Ottobock 50K324N Gebrauchsanweisung Seite 45

5 Gebruik
INFORMATIE
► De dagelijkse draagtijd en de periode dat het product moet worden
gedragen, worden gewoonlijk bepaald door de arts.
► De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat
te gebeuren door resp. onder begeleiding van een vakspecialist vol­
gens het voorschrift van de behandelend arts.
► Raadpleeg een arts, wanneer u bijzondere veranderingen constateert
(bijv. verergering van de klachten).
5.1 Aanbrengen
> De patiënt zit.
> De knie is licht gebogen en ontlast.
1) Schuif de orthese van voren af over het been. Hierbij moet het orthese­
scharnier zich aan de laterale zijde van het aangedane compartiment
bevinden.
2) Plaats de orthese zo op het been, dat het orthesescharnier ter hoogte
van het midden van de patella komt te zitten (zie afb. 2).
3) Sluit de bovenste onderbeenriem. Zet hiervoor de draaisluiting schuin
tegen de orthese en druk de sluiting tegen de orthese aan (zie afb. 3).
Zorg er hierbij voor dat het tibiakussen zich onder de sluitlip bevindt.
4) Draai de draaisluiting met de klok mee tot de onderbeenriem stevig en
comfortabel om het been zit (zie afb. 4).
5) Als de bovenste onderbeenriem te strak zit, draai dan de draaisluiting
tegen de klok in (zie afb. 5). Daardoor wordt de trekband in de onder­
beenriem wat losser. Draai als de trekband te los zit de draaisluiting met
de klok mee om hem wat strakker in te stellen.
6) Sluit de overige riemen. Haal de riemen hiervoor door de schuifgespen
en klit ze vast. Houd hierbij de volgende volgorde aan: onderste onder­
beenriem, onderste bovenbeenriem, bovenste bovenbeenriem.
7) Controleer of de orthese goed vastzit en of deze comfortabel zit.
5.2 Aanpassen
Correctiekracht instellen
Voorwaarde: De patiënt zit.
>
Voorwaarde: De knie is ontlast en licht gebogen.
>
1) Stel met de inbusbout boven het orthesescharnier de correctiekracht in
(zie afb. 7). Hierdoor verandert de varus/valgushoek van de orthese (zie
afb. 6).
45