Algemene Maatregelen Voor De Installatie; Bevestiging En Opstelling; Installatie; Elektrische Aansluiting - EBARA ETM Originalanleitung Bedienungsanleitung

9) "V" Nominale spanning(en) bij 60 Hz
10) "A" Nominale stroom/stromen bij 60 Hz
11) "min-1" Rotatiesnelheid bij 60 Hz
12) "cos φ" Vermogensfactor bij 60 Hz
13) "η" Rendement bij 60 Hz (Efficiëntieniveau "IE")
14) "Kg" Gewicht
DE FABRIKANT BEHOUDT ZICH HET RECHT VOOR OM
TECHNISCHE GEGEVENS ZONDER VOORAFGAANDE
KENNISGEVING TE WIJZIGEN EN VERBETERINGEN EN
AANPASSINGEN AAN TE BRENGEN.

8. ALGEMENE MAATREGELEN VOOR DE INSTALLATIE

LET OP!
De installatie mag uitsluitend worden verricht door
een gekwalificeerd monteur / installateur..
Draai de rotor met de hand om na te gaan of er geen
vreemde geluiden zijn.
NL
Alle volgende werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd zonder elektrische voeding.

8.1 BEVESTIGING EN OPSTELLING

Ga na of de motor goed bevestigd is, zodat de koppelingszittingen goed
op elkaar aansluiten. Controleer bovendien of de uitlijning correct is, als
er sprake is van een directe verbinding.
LET OP!
Installeer de motor in een geventileerde omgeving,
beschermd tegen weersinvloeden (regen, vorst ......).

8.2 INSTALLATIE

Laat rondom de machine voldoende ruimte vrij om de bevestiging, ver-
binding, het gebruik en onderhoud veilig te kunnen uitvoeren. Laat in
ieder geval ruimte vrij voor de koelwaaier, zoals aangegeven in par. 6.3.

9. ELEKTRISCHE AANSLUITING

DE INSTALLATIE MAG UITSLUITEND WORDEN VERRICHT DOOR EEN
GEKWALIFICEERD MONTEUR.
LET OP!
Elke ingreep moet worden uitgevoerd door gekwa-
lificeerd personeel, bij een stilstaande niet-aange-
sloten machine, die tevoren beveiligd is tegen on-
opzettelijk starten. Deze aanwijzingen gelden ook
voor de hulpcircuits.
Verzeker u ervan dat er geen voedingsspanning is.
Het systeem dient een goed werkende aardingsin-
stallatie te hebben volgens de bestaande voorschrif-
ten inzake elektriciteit in het land van installatie: dit
is voor verantwoordelijkheid van de installateur.
Verzeker u ervan dat de kabel voldoet aan de nor-
men die van kracht zijn in uw land en de vereiste
doorsnede hebben gezien de lengte, het geïnstal-
leerde vermogen en de netspanning.
De voedingsspanning mag niet meer dan + 10% / -5% (bij een frequen-
tie van 60 Hz) en ± 10% (bij een frequentie van 50 Hz) verschillen van
24
ì
PE
@
o
ì
�@
i i
s
T PE
de nominale spanning die vermeld staat op de typeplaat van de motor.
Afwijking van de nominale frequentie is toegestaan als dit conform de
normen EN 60034 is.
Controleer of de verbindingen goed tot stand gebracht zijn, zoals ge-
toond in het aansluitschema dat onder het deksel van de klemmenkast
zit.
De verbinding van de voedingskabels moet volgens de regels worden
uitgevoerd, om een veilig, duurzaam contact te verzekeren. De voe-
dingskabels mogen niet onderhevig zijn aan mechanische trekkrachten,
om trekbelasting op de verbindingsklemmen te vermijden.
Controleer of er geen vreemde voorwerpen in de klemmenruimte zitten.
Deze ruimte moet schoon en droog zijn.
Ongebruikte kabelingangen en de klemmenkast zelf moeten herme-
tisch dicht zijn.
Om dezelfde beschermingsgraad te handhaven, moet worden verze-
kerd dat er originele afdichtingen worden gebruikt voor het afsluiten van
de klemmenkast.
Verzeker u ervan dat de beschermingsgeleider op
de juiste manier is aangesloten.
Verbind als eerste de geel-groene draad met de PE-klem, en laat deze
langer dan de andere draden zodat hij als laatste losraakt als er onge-
wild aan getrokken wordt.

9.1 AANSLUITSCHEMA

a
Fig. 1
Klemmenbord:
a
Fig. 2
Klemmenbord voor PTC:
Nadat de voedingskabel is aangesloten op het klemmenbord, moet de
niet-gekoppelde motor gedurende korte periodes worden gevoed om
de draairichting van de koelwaaier te controleren; deze moet overeen-
stemmen met de richting van de zelfklevende pijl op de koelwaaierkap.
Als de draairichting onjuist is:
- Voor directe start DOL:
Verwissel onderling twee aders van de voedingskabels in het mo-
torklemmenbord;
- Voor Y/Δ (ster/driehoek) start:
Verwissel onderling twee aders van de voedingskabels onderling aan
de ingang van de ster-driehoekschakelaar.
a
@
ì
i i i
PE
L3
L1 L2
a
@
i
i i i
PE
L1 L2
L3