Schuurzool
Materialen:
Hout* en metaal* (schuurvellen
*afhankelijk van het schuurvel
Gebruik:
–
Schuren bij randen en op moeilijk toegankelijke
plekken.
Schuurvel op de schuurzool
bevestigen
♦
Leg het schuurvel
Inzetgereedschap verwisselen
OPMERKING
►
Wanneer u de stofafzuiging wilt gebruiken, moet
deze voorafgaand aan montage of verwisseling
van het inzetgereedschap aansluiten (zie het
hoofdstuk "Stofafzuiging aansluiten").
WAARSCHUWING! LETSELGEVAAR!
■
Haal voorafgaand aan alle werkzaamheden
aan het elektrische gereedschap de accu uit
het apparaat.
♦
Verwijder zo nodig een reeds gemonteerd
inzetgereedschap. Klap hiertoe de hendel voor
gereedschapsontgrendeling
♦
Plaats het inzetgereedschap (bijv. het invalzaag-
blad
) op de gereedschapshouder.
OPMERKING
►
U kunt de inzetgereedschappen op
willekeurige rasterposities op de gereed-
schapshouder plaatsen.
♦
PAMFW 12 C3
meegeleverd)
midden op de schuurzool
omhoog.
♦
Bevestig het inzetgereedschap weer door de
hendel voor gereedschapsontgrendeling
omlaag te drukken.
■
Controleer of het inzetgereedschap goed
vastzit. Verkeerd of niet stevig bevestigde inzet-
gereedschappen kunnen losraken als het appa-
raat in werking is en letsel veroorzaken.
Ingebruikname
In-/uitschakelen
Inschakelen:
♦
Schuif de aan-/uitknop
apparaat in te schakelen. Het LED-werklampje
brandt bij inschakeling; hiermee kunt u het werk-
vlak verlichten bij ongunstige lichtomstandigheden.
OPMERKING
►
De LED-werklampje
gebruikt zonder stofafzuiging
Uitschakelen:
.
♦
Schuif de aan-/uitknop
het apparaat uit te schakelen.
Toerental instellen
♦
Stel met het instelwiel toerental
toerental in. Stand 1: laagste toerental
♦
Stand 6: hoogste toerental
OPMERKING
►
Het vereiste toerental is afhankelijk van het te
bewerken materiaal en de werkomstandighe-
den, en zult u zelf in de praktijk moeten
bepalen.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! LETSELGEVAAR!
Schakel het apparaat voorafgaand
aan alle werkzaamheden aan het
apparaat uit en haal de accu eruit.
■
Gebruik geen scherpe voorwerpen om het ap-
paraat schoon te maken. Er mogen geen vloei-
stoffen binnendringen in het apparaat. Anders
kan het apparaat beschadigd raken.
■
Maak het apparaat regelmatig schoon, het
beste altijd meteen na de werkzaamheden.
naar voren om het
kan alleen worden
.
naar achteren om
het vereiste
NL │ BE
│
53
■