Omgang Met Elektrische Energie; Gas, Stof, Stoom, Rook; Lawaai; Verlichting - GÖLZ FS175 Bedienungsanleitung

FS175
dient direct na het afsluiten van de onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden de hermontage en controle
van de veiligheidsinrichtingen plaats te vinden.
Zorg voor een veilige en milieuvriendelijke verwijdering
van bedrijfs- en hulpstoffen alsook van vervangen
onderdelen!
2.7

Omgang met elektrische energie

De relevante DIN-/VDE-Voorschriften dienen in acht te
worden genomen! Elektrische aansluitingen moeten
altijd vrij worden gehouden van vuil en vocht!
Uitsluitend originele zekeringen met de voorge-
schreven stroomsterkte gebruiken! Bij storingen in de
elektrische
energievorrziening machine onmiddellijk uitschakelen!
Na het aanraken can sterkstroom voerende leidingen:
buitenstaanders
•
benaderen en aanraken van de machine!
er voor zorgen dat de spanning wordt uitge-
•
schakeld!
Met de machine voldoende afstand ten opzichte van
bovengrondse elektrische
werkzaamheden in de omgeving van bocengrondse
elektrische ledingen mag de uitrusting niet te dicht bij
de leidingen komen. Levensgevaar!
Informeert u zich omtrent de aan te houden
•
veiligheidsafstanden!
Werkzaamheden aan elektrische installaties of
•
bedrijfsmiddelen mogen uitsluitend door een
gediplomeerd elektriciën of door geïinstrueerde
personen onder leiding en toezicht van een
gediplomeerd
elektrotechnische regels worden uitgevoerd!
Machine- en installatiedelen waaraan inspectie-,
•
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden
uitgevoerd, moeten - indien voorgeschreven -
spanningsvrij worden geschakeld!
Bij de vrijgeschakelde delen dient eerst te worden
•
gecontroleerd of deze spanningsvrij zijn, ver-
volgens dienen ze te worden geaard en te worden
kortgesloten waarna
spanning staande delen, dienen te worden
geïsoleerd!
Bij werkzaamheden aan hoogspanningsmodules na
het uitschakelen van de spanning de voedingskabel op
de massa aansluiten
condensatoren, kortsluiten met een aardingsstaaf!
De elektrische uitrusting van een machine dient
regelmatig te worden te geïnspecteerd / gecontroleerd.
Gebreken zoals losse verbindingen resp. verbrande
kabels, moeten onmiddellijk worden verholpen.
Indien werkzaamheden aan spanningsvoerende delen
noodzakelijk zijn, dient men een tweede persoon in te
schakelen, die in geval van nood de nood-uit-resp. de
hoofdschakelaar kan bedienen. Het arbeidsbereik met
een roodwitte ketting en een waarschuwingsbord
afzetten. Uitsluitend
gebruiken!
waarschuwen voor
leidingen houden!
elektriciën volgens
aangrenzende,
en de modules,
geïsoleerd gereedschap
Niet vaste elektrische apparatuur, aansluitkabels en
stekkers, verlengkabels en netsnoeren met stekkers,
dienen ten minste elke zes maanden te worden getest
door een gekwalificeerde elektricien of bij gebruik van
geschikte testapparatuur,
geschoold persoon.
De correcte werking van beschermingsmaatregelen
met een aardlekschakelaar aan niet stationaire
installaties dient ten minste éénmaal per maand door
een elektrisch
gecontroleerd.
Aardlekschakelaars
dienen regelmatig te worden gecontroleerd op hun
perfecte
werking door de testinrichting te bedienen:
in geval van niet stationaire installaties elke
•
werkdag,
in geval van stationaire installaties minstens om
•
de zes maanden.
het
2.8

Gas, stof, stoom, rook

Bij
Verbrandingsmotoren enkel gebruiken in voldoende
geventileerde ruimtes! Voor het starten in afgesloten
ruimtes zorgen
uitlaatslang gebruiken!
Las-, snijbrand- en schuurwerkzaamheden aan de
machine uitsluitend uitvoeren, wanneer dit uitdrukkelijk
toegestaan is. Er kan bijv. brand- of ontploffingsgevaar
bestaan!
Voor het lassen, snijbranden en schuren de machine
en de omgeving ervan van stof en brandbare stoffen
de
reinigen en
(ontploffingsgevaar)!
Bij werken in gesloten ruimtes dienen de wettelijke
voorschriften te worden nageleefd.
2.9

Lawaai

Geluidsisolatie-inrichtingen op de machine moeten
onder
tijdens het bedrijf in een beschermende positie zijn.
Voorgeschreven gehoorbeschermer dragen! (UVV 29
§ 10)
Het gebruik van luidruchtige motortoestellen kan door
nationale of locale en plaatselijke voorschriften beperkt
bijv.
zijn in de tijd.

2.10 Verlichting

De machine is enkel geschikt voor gebruik bij daglicht.
Voor onverlichte werkomgevingen dient de bediener /
operateur
werkplekverlichting.
- 54-
door
geschoold persoon
en foutspanningsinrichtingen
voor voldoend
voor voldoende ventilatie
te zorgen voor
®
een elektrisch
te worden
verluchting en
zorgen
voldoende
5007287-01
BA-DE-GB-FR-NL