Veiligheids Voorzorgmaatregelen - TRAK-IT TOOL W3-21FRH Betriebsanleitung

1. VEILIGHEIDS VOORZORGMAATREGELEN

WAARSCHUWING:
VOORKOM ERNSTIG LETSEL EN BESCHADIGING
LEES DE VOLGENDE "VOORZORGSMAATREGELEN" ALVORENS GEBRUIK VAN HET
GEREEDSCHAP GOED DOOR EN ZORG DAT U DEZE GOED BEGRIJPT. HET NIET OPVOLGEN
VAN DE WAARSCHUWINGEN KAN ERNSTIG LETSEL MET DODELIJK AFLOOP VEROORZAKEN.
VOORZORGEN VOOR GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
1. DRAAG EEN VEILIGHEIDSBRIL OF GEZICHTSBESCHERMING
Uw ogen zouden kunnen worden beschadigd door eventueel stof of andere deeltjes die door de
afgevoerde lucht worden opgeblazen of door bijvoorbeeld een spijker die vanwege een onjuist
gebruik van het gereedschap rond wordt geslingerd en in uw ogen komt.
De eventuele werkgever en/of gebruiker dienen te controleren dat er beslist gezichtsbescherming of
een veiligheidsbril wordt gedragen. De veiligheidsbril moet aan de vereisten van het "American
National Standards Institute", ANSI Z87 1 ("Council Directive" 89/686/EEC van 21 december 1989)
voldoen en een goede bescherming aan zowel de voor- als zijkant van het gezicht leveren.
De werkgever is verantwoordelijk voor het feit dat de gebruiker van het gereedschap en eventueel
ander personeel in de werkruimte gezichtsbescherming of een veiligheidsbril draagt.
OPMERKING: Een veiligheidsbril of gezichtsbescherming zonder afdekking aan de zijkant geeft
niet voldoende bescherming.
2. OORBESCHERMING KAN IN BEPAALDE GEVALLEN VEREIST ZIJN
Tijdens de werkzaamheden wordt de gebruiker mogelijk aan lawaai blootgesteld, dat beschadiging
van het gehoor kan veroorzaken. In dat geval dienen de eventuele werkgever en/of gebruiker te
verzekeren dat de vereiste oorbescherming aanwezig is en deze door de gebruiker en eventuele
andere personen in de werkruimte wordt gedragen.
3. DRAAG VOOR DE WERKZAAMHEDEN PASSENDE WERKKLEDING EN BESCHERMENDE
TOEBEHOREN
Afhankelijk van de werkzaamheden dient een werkuniform met lange mouwen en bijbehorende
bescherming, bijvoorbeeld een helm en speciale beschermende werkschoenen, te worden
gedragen.
4. VOORZORGEN VOOR DE GASCARTRIDGE
q Plaats de gascartridge op de juiste wijze.
w Bewaar de gascartridge in een goed geventileerde ruimte.
e Stel de gascartridge niet aan het directe zonlicht bloot.
Plaats de gascartridge niet in een voertuig, kofferbak of ruimte waar de temperatuur snel kan
stijgen. De gascartridge zou anders namelijk kunnen ontploffen. Een gebruikte, lege
gascartridge bevat nog steeds ontvlambaar, hoge-druk drijfgas dat door warmte kan uitzetten en
ontploffen.
49° C
r Bewaar de gascartridge bij een temperatuur van 49˚C (120˚F) of lager.
120° F
De gascartridge bevat ontvlambaar, hoge-druk gas. Indien blootgesteld aan een hogere
temperatuur dan 49˚C (120˚F), kan gas gaan lekken, de cartridge barsten of ontploffen met
brand tot gevolg.
70