Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfname - Wilo -Jet-WJ Einbau- Und Betriebsanleitung

Jetpumpe
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Wilo-Jet-WJ:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
Nederlands
– Bij de aansluiting van een draaistroommotor,
dient de pomp met een motorbeveiligingsscha-
kelaar (toebehoren) te worden beveiligd. Deze
dient te worden ingesteld op de I-Nom.- waarde
als aangegeven op het motortypeplaatje.
– Niet vergeten te aarden.
– Een aansluitfout veroorzaakt motorschade.
– De stroomkabel mag nooit de leiding of de pomp
aanraken; zorg ervoor dat bescherming tegen
elke vorm van vocht is gewaarborgd.

6. Inbedrijfname

– Controleer de waterstand in het open voorloop-
vat of bron. Drooglopen van de pomp moet
absoluut worden vermeden. Het zal de asafdich-
ting beschadigen.
– Pomp en zuigleiding via de vulschoef vullen.
Alleen een gevulde pomp is zelfaanzuigend.
- Evt. aanwezige afsluitarmaturen in de persleiding
operen, zodat evt. lucht in de aanzuigleiding kan
ontsnappen.
– Bij DM-motoren de draairichting controleren.
Door kortstondig inschakelen controleren of de
draairichting van de pomp overeenkomt met de
pijl op de ventilatorkap. Indien de draairichting
verkeerd is, twee willekeurige fasen wisselen.
– De pomp nooit aan de netaansluitkabel optillen,
vervoeren of vastmaken.
– De pomp mag niet blootstaan aan een directe
waterstraal.
7. Onderhoud
Voor de controle- en onderhoudswerkzaamhe-
den de pomp resp. installatie spanningsvrij scha-
kelen. Schade aan de aansluitkabel mag alleen
door een gekwalificeerde elektro-installateur
worden verholpen.
Om de hoogste bedrijfszekerheid tegen geringe
bedrijfskosten te kunnen waarborgen, worden de
volgende periodieke controles aanbevolen:
– controle van de druk in het membraandrukvat
(minimaal 1,4 bar bij een standaardinstelling van
de drukschakelaar),
– Controleren of de pomp dicht is.
Bij vorstgevaar moet de pomp (incl. membraan-
drukvat) geheel geleegd worden. De aftapplug-
gen bevinden zich aan de onderkant van de
pomp.
Voor langere stilstandperioden (bijv. overwinte-
ring) moet de pomp grondig gespoeld, geheel
geleegd en dan droog bewaard worden.
Voordat de pomp weer inbedrijfgenomen wordt
moet door een kort in- en uitschakelen gecon-
troleerd worden of de pomp vrij draait. Daarna
weer met water vullen.
18
WILO SE 11/2009

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis