Inhaltsverzeichnis
Werbung
Parkleuchten (02_20)
Das Fahrzeug ist mit vorderen und hint-
eren Standlichtern ausgestattet. Wenn
möglich, das Fahrzeug in dafür vorgese-
hene Plätze an gut beleuchteten Orten
parken. Standlichter sind sehr nützlich,
wenn der Parkplatz dunkel oder zu wenig
beleuchtet ist, um das Fahrzeug besser
erkenntlich zu machen.
BETRIEBSWEISE
Zum Einschalten der Standlichter:
•
Den Lenker verriegeln ohne den
Schlüssel abzuziehen.
•
Den Schlüssel auf Position
(PARKING) drehen.
•
Prüfen, ob beide Standlichter
(vorne und hinten) sich richtig
einschalten.
•
Den Schlüssel abziehen.
Hupendruckknopf (02_21)
ANMERKUNG
DIE
ELEKTRISCHEN
FUNKTIONIEREN NUR, WENN DAS
ZÜNDSCHLOSS AUF"O" STEHT.
Beim Drücken schaltet sich die Hupe ein.
02_21
42
Parkeerlichten (02_20)
Het voertuig is voorzien van parkeerlich-
ten vooraan en achteraan. Het wordt
steeds aangeraden om het voertuig te
parkeren in de speciale zones en alles-
zins op goed verlichte plaatsen, de par-
keerlichten zijn zeer nuttig om te parke-
ren in een donkere of slecht verlichte
zone, en alleszins wanneer met het voer-
tuig zichtbaarder wil maken.
WERKING
Om de parkeerlichten aan te schakelen:
•
Blokkeer het stuur zonder de
sleutel te verwijderen.
•
Draai de sleutel in de positie
(PARKING).
•
Controleer de correcte ontste-
king van beide parkeerlichten
(vooraan en achteraan).
•
Verwijder de sleutel.
Drukknop claxon (02_21)
N.B.
BAUTEILE
DE
ELEKTRISCHE
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO-
SITIE "ON" BEVINDT
De akoestische melder wordt in werking
gesteld door op de drukknop te drukken.
ONDERDELEN
Werbung
Inhaltsverzeichnis
