Functies en bedieningsinstrumenten
Besturingsfuncties
In wat volgt wordt de functie van elk bedieningsinstrument kort toegelicht. Om te starten, stoppen, rijden en maaien
moet een combinatie van meerdere bedieningsinstrumenten in een specifi eke volgorde worden gebruikt. Welke
combinatie en volgorde voor de diverse taken vereist zijn, vindt u onder MET DE ZITMAAIER WERKEN.
Gas-/chokehendel (Choke-A-
Matic)
De gas-/chokehendel regelt het motortoerental en de
choke (zie fi guur 1). Zet de gas-/chokehendel in de stand
SNEL om het motortoerental te verhogen en in de stand
LANGZAAM om het motortoerental te verlagen. Werk
altijd met volgas. Zet de gas-/chokehendel in de stand
CHOKE om een koude motor te starten. bij een warme
motor hoeft de choke eventueel niet te worden gebruikt.
Figuur 1. Bedieningsinstrumenten
Koplampen
Met de verlichtingsschakelaar worden de koplampen van
de zitmaaier in- en uitgeschakeld.
Uurmeter
De uurmeter meet het aantal uur dat de sleutel in de
stand AAN heeft gestaan.
10