Elektrische Aansluiting - Conel FLOW Betriebsanleitung

Leveringsomvang
Aansluitklare dompelpomp met 10 m kabel met rand-
aardestekker, aangebouwde vlotterschakelaar, terugs-
lagklep, drukuitlaat met buitendraad 1
drukuitlaat voor slangaansluiting 1
buitendraad / ".
3
4
Technische gegevens
Artikelnummer
Drukuitlaat
Vrije doorgang
Aansluitkabel
Kabellengte
Gewicht
Spanning/Frequentie
Stroomsoort
Nominale stroom
Motorvermogen P1
Toerental
Motorbeveiliging
Stekker
Beschermingsklasse
Isolatieklasse motor
Temperatuurdrempel motor-
beveiliging
Maximale dompeldiepte
Vloeistoftemperatuur
Materialen
Pompbehuizing
Loopwiel
Dichtinge
Motoras
Grafiek – zie bladzijde 22 afbeelding 1
Afmetingen – zie bladzijde 23 afbeelding 2 en 2.1
Gebruik
Dompelpompen van de serie FLOW Tauchpumpe 12 zijn
geschikt voor het verpompen van helder water, regenwa-
ter en fecaliënvrij, huishoudelijk afvoerwater met vaste
/ " evenals
1
4
/ ", 1 / ", / " en
1 1 3
2 4 4
FLOWTP12
> G 1 / " IG
1
2
> Adapter G 1 / " AG
1
4
>
Adapter G 3 / " AG,
4
slangaan-sluiting
1 / ", 1 / ", / "
1 1 3
2 4 4
12 mm
H07RN-F 3G1.0
10 m
kb. 4,4 kg
1 x 230 V/50 Hz
Wisselstroom
1,6 A
0,38 kW
2900 min -1
Temperatuurbewaker in
wikkeling
ingebouwd Randaar-
destekker
IP 68
B
120 °C
10 m
max. 40 °C, 60 °C
gedurende 5 min.
polypropyleen
polyamide
NBR
roestvrij staal 1.4028
(AISI 420)
stoffen tot max. 12 mm diameter of een aandeel vaste
stoffen tot max. 0,5 %.
De pompen mogen niet worden gebruikt voor het
verpompen van corrosieve, brandbare, gassende of ex-
plosieve vloeistoffen of afvoerwater dat fecaliën bevat.
Zandhoudende of andere, schurende vloeistoffen ver-
korten de levensduur van de pompen.
De geluidemissiewaarde is kleiner dan 70 dB (A).
Transport
Houd de pomp enkel vast aan de handgreep en niet
aan de elektrische aansluitkabel of aan de vlotterscha-
kelaar, vermijd dat de pomp ergens tegenaan stoot
of dat u ze laat vallen. Gebruik een kabel of ketting
om de pomp te laten zakken in diepere schachten of
putten.

Elektrische aansluiting

> Houd rekening met de bedrijfsspanning (zie „Tech-
nische gegevens").
>
De netstekker nooit in het water leggen.
> Sluit de pomp enkel aan op reglementair geïnstal-
leerde stopcontacten (volgens VDE- of EVU-voor-
schriften) die voorzien zijn van een trage zekering
van ten minste 10 A. Bij dompelpompen van be-
schermingsklasse I zijn alle aanraakbare, leidende
delen met de beschermingsleiding verbonden. Voor
inbedrijfstelling dient de aansluiting van de bescher-
mingsleiding door een elektrotechnicus te worden
gecontroleerd.
>
Voor het gebruik van pompen van beschermings-
klasse I geldt volgens IEC 335-2-41:1984, wijziging
1:1990: pompen van beschermingsklasse I, die voor
het gebruik in zwembaden, tuinvijvers bestemd zijn,
dat ze moeten voorzien zijn van een aarding in de
toevoerleiding. De pomp mag niet worden gebruikt
als er zich personen in het bekken bevinden.
>
Bij te hoge temperaturen wordt de pomp uitgescha-
keld door de temperatuurbewaker. Koppel de pomp
los van het elektriciteitsnet voor u de storing oplost,
zoniet treedt de pomp na het afkoelen automatisch
weer in werking.
21
Gebruikshandleiding