3
INSTALLATIE
3
INSTALLATIE
3.1 CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE
INSTALLATIE
Voordat het product wordt geïnstalleerd moet het volgende worden
gedaan:
– controleren of het geleverde materiaal onbeschadigd is
– controleren of al het materiaal in goede staat verkeert en geschikt
is voor het beoogde gebruik
– controleren of alle gebruiksvoorwaarden voldoen aan hetgeen
beschreven is in paragraaf "Gebruikslimieten van het product"
en het hoofdstuk "TECHNISCHE KENMERKEN"
– controleer of de gekozen installatieomgeving compatibel is met
de totale ruimte die het product inneemt (zie "Afbeelding 3")
– controleren of het installatieoppervlak solide is en een stabiele
bevestiging kan garanderen
– controleren of de bevestigingsplaats niet onderhevig is aan wa-
teroverlast; monteer het product eventueel ver boven de grond
– controleren of er voldoende ruimte is rond het product, zodat het
veilig en eenvoudig bereikbaar is.
3.2 GEBRUIKSLIMIETEN VAN HET PRODUCT
Het product mag alleen worden gebruikt met reductiemotoren op
24V met een geschikt vermogen.
3.3 IDENTIFICATIE EN AFMETINGEN
De afmetingen en het label (A) aan de hand waarvan het product
kan worden geïdentificeerd, zijn aangegeven op "Afbeelding 3".
3
7 5
m m
A
m
0 m
m
1 9
2 m
2 4
NEDERLANDS – 139