Aansluiting Op De Gasleiding; Elektrische Aansluitingen (Voor Apparaten Met Elektrische Ontsteking Vlammen); Aard- En Equipontentiële Verbinding (Voor De Keukens Met Elektrische Ontsteking Van De Vlammen); Vervanging Gaspitten Pilootbrander Kookvlak - Baron 700 serie Aufstellung, Gebrauchs- Und Instandhaltungs Anweisungen

Data Emissione 09/09/2003

2.6 Aansluiting op de gasleiding

- Alvorens over te gaan tot de aansluiting, raadpleeg het
Gastoeleveringsbedrijf.
- Installeer aan de bovenkant van het apparaat, op een makkelijk te
bereiken plaats, een onderbrekingskraan.
- Controleer of op de verbindingspunten gaslekkages aanwezig
zijn.
- Indien een aansluiting op de achterkant voorzien is, verwijder de
sluitingstap en monteer hem gasdicht op het voorste
aansluitingscontact.
- Controleer of het apparaat geschikt is voor het aan te sluiten
gassoort en ga,indien nodig, over tot aanpassing op het geleverd
gas na paragraaf 3 goed gelezen te hebben.
2.7 Elektrische aansluitingen (voor de keukens met elektrische
ontsteking van de vlammen)
Het apparaat is voorbereid om te functioneren met de op het
typeplaatje aangegeven spanning, een variatie van +/- 10% is
toegestaan. Elk apparaat moet gevoed worden met een
afzonderlijke passende aangepaste elektrische lijn. De aansluiting
dient te geschieden op de betreffende klemkast met een flexibele
rubberbekleden kabel HO5RN-F, beschermd door een metalen buis
of door hard plastisch materiaal.
Nodig is de installatie
beschermingsschakelaars met passende draagvermogen, die een
contactenopening hebben
beschermingsinrichtingen tegen een direkt en indirekt contact met
de onder spanning staande delen en tegen de naar de grond
gedreven storingsstromen, volgens de normen (hoogste toegelaten
dispersiestroom 1 mA/kW).current: 1 mA/kW).
2.8 Aard- en equipontentiële verbinding (Voor de keukens met
elektrische ontsteking van de vlammen)
Sluit het apparaat op de aarde aan middels de klem gekenmerkt
door het symbool
Sluit tevens de
elektrische installaties aan op de klem gekenmerkt door het
symbool (equipotentiële aansluiting).
3 - VERANDERING VOOR AANPASSING OP ANDERE
SOORTEN GAS
Indien het geleverd gassoort niet overeenkomt met het soort gas
waarop het apparaat is voorbereid, ga over tot alle handelingen die
hieronder zijn omschreven.
De gaspitten en de typeplaatjes bevinden zich in een passend zakje
dat met het apparaat is meegegeven.
3.1 Vervanging gaspitten pilootbranders kookvlak (Fig.4)
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel
a) Schroef het verbindingsstuk R los en vervang de gaspit UP met
die die in tabel T1 is aangegeven.
b) Schroef het verbindingspunt R weer vast.
3.2 Vervanging van de gaspitten en regeling van de lucht van de
branders kookvlak (Fig.5)
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel.
- Schroef gaspit U los en vervang hem met die die in tabel T1 is
aangeduid.
- Maak schroeven V los en regel het luchtmondje op de afstand "A"
zoals in tabel T1 is aangeduid.
- Maak schroef V weer goed vast en verzegel hem met rode lak.
van geschikte
van tenminste 3
dat zich op de aansluitklemkast bevindt.
metalen structuur van alle geïnstalleerde
3.3 Vervanging gaspit minimum stand kookvlak (Fig 1)
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel.
- Schroef de schroef van de minimum stand VM los van de kraan
en vervang hem met die die in tabel T1 is aangeduid.
3.4 Vervanging gaspitten pilootbranders gasoven (Fig.4)
- Schroef het verbindingsstuk R los en vervang de gaspit UP met
die die in tabel T1 is aangeduid
- Maak het verbindingsstuk R weer vast.
3.5 Vervanging gaspitten en regeling lucht branders gasoven
(Fig.5A)
- Verwijder het laagst horizontaal paneel en de bodem van de oven.
- Schroef gaspit U los en vervang hem met die die in tabel T1 is
aangeduid.
- Maak de schroeven V los en plaats de luchtregeling op de afstand
"A" zoals in tabel T1 is aangeduid.
- Maak schroeven V weer goed vast en verzegel ze met rode lak.
3.6 Vervanging typeplaatje voorbereiding gas
- Maak het typeplaatje met de aanduiding van het nieuw soort
aangepast gas vast op het apparaat.
automatische 4 - HET IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
4.1 Controle van de werking
mm. en Zet het apparaat in werking volgens de gebruiksinstructies en
controleer:
- de correcte werking van de piloot- en hoofdbranders.
- de afwezigheid van gaslekkages.
- het goed functioneren van de verluchtingssystemen van het
lokaal.
- de efficëntie van de installatie voor het afvoer van de
verbrandingsgassen en indien nodig raadpleeg paragraaf 5
"Controle van enkele storingen".
- de overeenkomstigheid van de gegevens van het typeplaatje met
die van de gas-en elektrische netleidingen.
Waarschuwing: tijdens de werking pas goed op de warme
delen van de uitwendige oppervlakten.
4.2 Controle van het thermisch vermogen
Na de installatie en na de verandering voor de aanpassing op een
ander soort gas en na interventies van onderhoud,controleer steeds
het thermisch vermogen van het apparaat.
- Het nominaal thermisch vermogen is aangeduid in de tabellen T5-
T5A-T6-T6A.
- Het apparaat functioneert op nominaal vermogen wanneer de
gemonteerde gaspitten in overeenstemming zijn met het gas van
de netleiding en met de werkdruk aangeduid in tabel T1.
- Voor een controle van de voedingsdruk zie paragraaf 4.3
"Controle an de gasvoedingsdruk".
4.3 Controle van de gasvoedingsdruk
- Het vereist meetinstrument is de manometer met een minimum
definitie van 0,2 mbar.
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel van de kookplaat.
- Verwijder de schroef van het drukcontactpunt P (Fig.1) en sluit
hieraan de buis van de manometer.
- Meet met het in werking zijnd apparaat.
- De gemeten waarde moet binnen de in tabel T3 aangeduide
grenzen blijven,in tegenstaand geval onderbreek de proef en
raadpleeg het Gastoeleverinsgbedrijf.
- Trek de buis van de manometer weg en schroef de schroef van
het drukcontactpunt vast aan.
25
Revisione 0.0