Herunterladen Diese Seite drucken

Werbung

Gebruik ter aansluiting van de ingangen uitsluitend hiervoor
geschikte afgeschermde cinchleidingen. Bij gebruik van andere
kabels kunnen zich storingen voordoen.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen die tot
beschadiging van het apparaat kunnen leiden, mogen op de
cinchingangen uitsluitend bronnen met een cinchuitgang worden
aangesloten.
De bedrading naar de luidsprekers moet steeds twee-aderig wor-
den uitgevoerd. Isoleer open verbindingsplaatsen. Let erop dat de
snoeren niet door scherpe randen kunnen worden beschadigd.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastbaarheid
(zie „Technische gegevens").
Verbind de luidspreker rechtstreeks met de versterker.
Gebruik geen adapter voor koptelefoons of verdeeldozen! In geval
van twijfel dient contact opgenomen te worden met een vakman.
Zorg ervoor dat alle luidsprekers correct aan een elektrische pool
zijn aangesloten - dus dat de plus- en mintekens overeenstem-
men.
De versterker is ontwikkeld voor gebruik aan luidsprekerimpe-
danties van minstens 4 ohm per kanaal. Indien twee luidspreker-
paren moeten worden aangesloten op de uitgangsklemmen van
de luidsprekers (13), dienen altijd luidsprekers met een impedan-
tie van 8 ohm of hoger gebruikt te worden. Sluit in geen geval luid-
sprekers met een geringere impedantie aan.
Neem tevens de aansluitwaarden in de „Technische gegevens" in
acht.
Sluit de uitgangen van uw geluidsbron (CD, TUNER, etc.) aan op de overeenkomsti-
ge cinch-aansluitingen (12) van de versterker.
De witte cinch-bus van de versterker wordt op de linker cinch-uitgang van de over-
eenkomstige geluidsbron aangesloten, de rode cinch-bus op de rechter uitgang.
• Sluit de uitgangsbussen van de overeenkomstige apparaten aan op de cinch-
aansluitingen CD, DVD, TUNER en AUX.
• Sluit de uitgangsbussen van uw platenspeler aan op de cinch-aansluitingen
PHONO.
Let op: Sluit hierop in geen geval andere apparaten dan platenspelers aan.
• Sluit het massacontact (meestal een zwarte kabel met kabelschoen) van uw pla-
tenspeler aan op de massaklem (11).
• Sluit de uitgangsbussen (meestal gekenmerkt door OUT of PLAY) van uw opna-
meapparaat (bijv. cassetterecorder) aan op de cinch-aansluitingen TAPE.
• Sluit de opname-ingang (meestal gekenmerkt door IN, REC of RECORD) van uw
opnameapparaat aan op de cinch-aansluitingen REC/OUT.
56

Bedienung

Nachdem der Anschluss erfolgt ist und Sie die Verkabelung nochmals überprüft
haben können Sie den Verstärker das erste Mal in Betrieb nehmen.
Drehen Sie den Regler VOLUME (10) auf
Minimum (Linksanschlag).
Schalten Sie Ihr Audioquellgerät (z.B.
CD-Player) ein.
Schalten Sie die Stromversorgung mit
dem Netzschalter (1) an der Geräteun-
terseite ein.
Schalten Sie den Verstärker ein.
Die Beleuchtung der Aussteuerungsan-
zeigen leuchtet.
Wählen Sie mit den Eingangswahltasten
(8) am Gerät oder auf der Fernbedie-
nung die gewünschte Eingangsquelle
an.
Aktivieren Sie mit den Tasten SPEA-
KERS (5) das gewünschte Lautsprecher-
paar.
Stellen Sie nun mit dem Regler VOLUME
(10) die gewünschte Lautstärke ein.
Mit dem Regler BALANCE (9) wird das
Lautstärkeverhältnis zwischen linkem
und rechtem Lautsprecher beeinflusst.
Mit dem Klangreglern (7) wird die Wie-
dergabe der hohen (TREBLE) bzw. tiefen
(BASS) Frequenzen beeinflusst.
Das Gerät ist noch ausgeschaltet.
Schalter in Stellung "I" bringen.
Taste POWER (2) am Gerät oder auf der
Fernbedienung drücken.
Die entsprechende Anzeige über der
Eingangswahltaste (8) am Gerät leuch-
tet.
Die Anzeige über der entsprechenden
Taste (5) leuchtet.
Der Regler VOLUME (10) kann am Gerät
gedreht oder mit den entsprechenden
Tasten auf der Fernbedienung gesteuert
werden.
Drehen nach links verringert die Laut-
stärke des rechten Lautsprechers.
Drehen nach rechts verringert die Laut-
stärke des linken Lautsprechers.
Drehen nach links verringert die Laut-
stärke der entsprechenden Frequenzen.
Drehen nach rechts erhöht die Lautstär-
ke der entsprechenden Frequenzen.
13

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Kapitel

loading