Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Reely Rex-X Bedienungsanleitung Seite 118

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Rex-X:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Functie 1: Rijmodus (* = basisinstelling)
Instelwaarde
Functie
1 *
Voor van vooruit naar achteruit rijden kan worden omgeschakeld, moet de gas-/remhendel op de
zender zich gedurende korte tijd in de neutrale stand bevinden (ca. 2 seconden). Dit verhindert
transmissieschade door het te snel wisselen tussen vooruit en achteruit rijden.
Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt gezet, wordt de rem van de rijregelaar
geactiveerd (voertuig rijdt niet achteruit!).
2
Het achteruit rijden is uitgeschakeld.
3
Er kan pas van vooruit naar achteruit rijden worden omgeschakeld, als de motor stil staat.
Functie 2: Remkracht bij vooruit rijden (* = basisinstelling)
Hier kan worden ingesteld hoe sterk het voertuig moet afremmen wanneer de rem van de rijregelaar geactiveerd
wordt. Bij gladde ondergrond moet een lagere waarde worden ingesteld opdat het voertuig bij het remmen niet
uitbreekt.
Instelwaarde
Functie
1
Remkracht 25%
2 *
Remkracht 50%
3
Remkracht 75%
4
Remkracht 100%
Functie 3: Maximale snelheid voor achteruit rijden (* = basisinstelling)
Om het voertuig bij achteruit rijden eenvoudiger te kunnen besturen, kan de maximale snelheid voor het achteruit
rijden op een lagere waarde worden ingesteld.
Instelwaarde
Functie
1
Max. snelheid 25%
2 *
Max. snelheid 50%
3
Max. snelheid 75%
4
Max. snelheid 100%
Functie 4: Aanrijdynamiek (* = basisinstelling)
Met de instelling kunt u de aanrijdynamiek instellen, hoe snel het voertuig bij het vertrekken versnelt. Hoe hoger de
instelling, hoe meer de motor en aandrijving worden belast en hoe hoger de stroom bij het opstarten van het voertuig.
Bij een ondergrond met een goede grip kan een te hoge instelling ertoe leiden dat het voertuig omwille van het hoge
draaimoment naar achter omslaat.
Instelwaarde
Functie
1
Hoge begrenzing: Optimaal voor hekaandrijving of gladde ondergrond
2
Middelmatige begrenzing
3
Lage begrenzing: Optimaal voor allewielaandrijving bij gladde ondergrond
4
Zeer lage begrenzing: Optimaal voor allewielaandrijving
5 *
Geen begrenzing: De maximaal mogelijke versnelling wordt enkel door de maximale stroom van
de rijaccu begrensd
118

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis