Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Warmte-Isolatie Van De Koelstofpijpen; Bedrading; Voorzichtig - Mitsubishi Electric PUHY-P-YGM-A Installationshandbuch

Air-conditioners for building application outdoor unit
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 15

Voorzichtig:

Gebruik geen andere koelstof dan R410A.
-
Het gebruik van een andere koelstof zoals R-22 of R407C die chloor bevatten,
zou aantasting van de koelolie of storingen in de compressor tot gevolg kun-
nen hebben.
2 Ontluchting
Ontlucht het systeem met de kogelklep van het buitenapparaat dicht. Ontlucht
zowel de verbindingspijpen en het binnenapparaat via de onderhoudspoort op
de kogelklep van het buitenapparaat met behulp van een vacuümpomp.
(Ontlucht altijd via het serviceluik van zowel de hogedruk- als de lagedrukpijp.)
Zodra het vacuüm een waarde van 650 Pa [abs] bereikt, dient u nog tenminste
één uur duur te gaan met ontluchten.
* Voer nooit ontluchting uit met behulp van koelstof.
[Fig. 9.3.2] (P.4)
A Systeemanalysator
B Laag-knop
D Kogelklep
E Vloeistofpijp
G Dienstopening
H 3-wegverbindingsstuk
I Klep
J Klep
L Weegschaal
M Vacuümpomp
O Buitenunit
Opmerking:
Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid koelvloeistof bijvult. Sluit ook
altijd het systeem af met vloeibare koelstof. Teveel of te weinig koelstof
zal problemen veroorzaken.
U dient een verdeelventiel, vulslang en andere onderdelen voor de koel-
stof te gebruiken die staat aangegeven op het apparaat.
Gebruik een gravimeter. (Een exemplaar dat kan meten tot 0,1 kg.)
Gebruik een vacuümpomp met een keerklep voor terugstroming.
(Aangeraden vacuümmeter: ROBINAIR 14830A Thermistor Vacuum
Gauge)
Gebruik ook een vacuümmeter die 65 Pa [abs] of meer bereikt na 5 minu-
ten in werking te zijn geweest.
3 Bijvullen van koelstof
Aangezien de gebruikte koelstof bij het apparaat niet-azeotropisch is, dient
deze in vloeibare toestand te worden bijgevuld. Dientengevolge dient u de
vloeibare koelstof, bij het vullen van het apparaat met koelstof vanuit een cilin-
der zonder sifonpijp, bij te vullen door de cilinder ondersteboven te houden,
zoals hieronder wordt getoond. Indien de cilinder een sifonpijp heeft (zoals
getoond in de figuur rechts), kan de koelstof worden bijgevuld terwijl de cilin-
der rechtop staat. Bestudeer daarom de specificaties van de cilinder nauwkeu-
rig. Indien het apparaat wordt bijgevuld met koelstofgas, dient u alle koelstof te
vervangen door nieuwe koelsotf. Gebruik niet de koelstof die in de cilinder
achterblijft.
[Fig. 9.3.3] (P.4)
A Afzuigpijp
B In het geval dat de cilinder geen afzuigpijp heeft

9.4. Warmte-isolatie van de koelstofpijpen

Zorg voor warmte-isolatie van de koelstofpijpen door de vloeistof- en gaspijpen
apart met hittebestendig polyethyleen van voldoende dikte te bedekken en wel zo
dat er geen gat zit bij de verbinding tussen het binnenapparaat en het isolatie-
materiaal en de isolerende materialen zelf. Wanneer de isolatie niet goed is, ont-
staan er mogelijk condensatiedruppels, enz. Geef vooral aandacht aan isolatie
van de tussenruimte boven het plafond.

10. Bedrading

10.1. Voorzichtig
1 Volg de voorschriften van uw overheidsorgaan voor technische standaards
met betrekking tot elektrische apparaten, bedradingsvoorschriften en aanwij-
zingen van elk elektriciteitsbedrijf.
2 Bedrading voor de bediening (die vanaf nu transmissieleiding genoemd wordt)
moet apart (5 cm of meer) van de voedingskabel worden aangelegd zodat
deze niet wordt beïnvloed door elektrische ruis van de voedingskabel. (Plaats
de transmissieleiding en de voedingskabel niet in dezelfde elektriciteitsbuis.)
3 Zorg voor de voorgeschreven aarding voor het buitenapparaat.
4 Geef wat ruimte rond de bedrading van de doos met elektrische onderdelen
van de binnen- en buitenapparaten, want deze doos moet soms verwijderd
worden bij onderhoudswerkzaamheden.
5 Verbind de voedingskabel nooit met het aansluitbed van de transmissieleiding.
Wanneer u dit doet, branden de elektrische onderdelen door.
6 Gebruik tweeaderige afschermkabels voor de transmissieleiding. Wanneer
transmissieleidingen van verschillende systemen verbonden worden met de-
zelfde meeraderige kabel, veroorzaakt de daaruit voortvloeiende slechte ver-
zending en ontvangst foutieve werking.
[Fig. 9.4.1] (P.5)
Isolatie-
materiaal
Buitenkant
Opmerking:
Wanneer u een overdekking van polyethyleen gebruikt, is dakbedekking
met asfalt niet nodig.
Er hoeft geen warmte-isolatie te worden aangebracht voor elektrische
C Hoog-knop
bedrading.
F Gaspijp
[Fig. 9.4.2] (P.5)
K Cilinder met R410A
N Naar binnenunit
[Fig. 9.4.3] (P.5)
Pijpen door muren, vloeren en daken
[Fig. 9.4.4] (P.5)
Wanneer een gat met specie wordt gevuld, bedek het doordringende deel met een
stalen plaat zodat het isolatiemateriaal niet in elkaar geduwd wordt. Gebruik voor
dit deel onbrandbare materialen voor zowel isolatie als bedekking. (Er dient geen
vinyl voor bedekking gebruikt te worden.)
Isolatiemateriaal voor de leidingen die op locatie moet worden aangebracht,
moet aan de volgende specificaties voldoen:
Dikte
Temperatuurbestendigheid
*
Wanneer u de leidingen in een omgeving met een hoge temperatuur en/of
vochtigheid installeert, bijvoorbeeld op de bovenste verdieping van een ge-
bouw, moet u mogelijk dikker isolatiemateriaal gebruiken dan in de boven-
staande tabel wordt aangegeven.
*
Wanneer u zich moet houden aan bepaalde specificaties afkomstig van de
klant, moet u controleren of deze wel in overeenstemming zijn met de specifi-
caties uit de bovenstaande tabel.
7 Alleen de gespecificeerde transmissieleiding moet aangesloten worden aan
het aansluitblok voor transmissie van het buitenapparaat.
(Transmissieleiding om aangesloten te worden op een binnenapparaat: Aansluit-
blok TB3 voor een transmissieleiding. Anders: Aansluitblok TB7 voor centrale
bediening)
Bij foutieve aansluiting zal het systeem niet werken.
8 Wanneer een aansluiting moet worden gemaakt met de hoofdbedienings-
eenheid of apparaten van verschillende koelsystemen in groepsverband moe-
ten werken, moet een transmissieleiding voor bediening gelegd worden tus-
sen de buitenapparaten. Sluit deze bedieningsleiding aan tussen de aansluit-
blokken voor centrale bediening. (2-dradige leiding zonder polariteit)
Wanneer apparaten van verschillende koelsystemen samenwerken zonder de
aansluiting op de hoofdbedieningseenheid, dient u de invoegklem van de kort-
sluitverbindingsklem van CN41 van één buitenapparaat naar CN40 te verplaat-
sen.
9 De groep wordt ingesteld met behulp van de afstandsbedieningseenheid.
A Staaldraad
C Olieachtige asfaltmastiek of asfalt
E Buitenkant B
Glasvezel + Staaldraad
Kleefmiddel + Hittebestendig polyethyleenschuim + Kleefband
A
Binnen
Vinylband
Open vloer
Waterdichte hennepstof + Verhard asfalt
B
Buiten
Waterdichte hennepstof + Zinken plaat + Olieachtige verf
A Vloeistofleiding
B Gaspijp
D Afplakband
E Isolatiemateriaal
<A> Binnenmuur (verborgen)
<C> Buitenmuur (blootgesteld)
<E> Pijpkoker op het dak
<F> Het doordringende deel op brandgrens en grensmuur
A Mof
C Bekleding
E Band
G Mof met rand
I Specie of ander onbrandbaar dichtingsmateriaal
J Onbrandbaar isolatiemateriaal
ø6,35 tot ø25,4 mm
10 mm min.
B Pijp
D Isolatiemateriaal A
C Elektrische draad
<B> Buitenmuur
<D> Vloer (Waterdicht maken)
B Isolatiemateriaal
D Dichtingsmateriaal
F Waterdichte laag
H Bekledingsmateriaal
Afmeting leiding
ø28,58 tot ø38,1 mm
15 mm min.
100 °C min.
61

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Puy-p-ygm-a

Inhaltsverzeichnis