Wartung Und Kalibrierung; Technische Daten Und Meßtoleranzen - Conrad VC-1000 Bedienungsanleitung

Wartung und Kalibrierung

Um die Genauigkeit des Multimeters über einen längeren Zeitraum zu gewährleisten,
sollte es jährlich einmal kalibriert werden. Die Kalibrierung kann von unserer Kali-
brierstelle im „Service 2000" kostengünstig durchgeführt werden.
Der Sicherungswechsel ist unter den Sicherheitsbestimmungen beschrieben. Den
Batteriewechsel finden Sie unter „Handhabung, Inbetriebnahme A".
Zur Reinigung des Gerätes bzw. des Anzeige-Fensters nehmen Sie ein sauberes fus-
selfreies antistatisches trockenes Reinigungstuch.
Verwenden Sie zur Reinigung keine carbonhaltigen Reinigungs-
mittel oder Benzine, Alkohole oder ähnliches. Dadurch wird die
Oberfläche des Meßgerätes angegriffen. Außerdem sind die
Dämpfe gesundheitsschädlich und explosiv. Verwenden Sie zur
Reinigung auch keine scharfkantigen Werkzeuge, Schraubendre-
her oder Metallbürsten o.ä..
Technische Daten und Meßtoleranzen
Technische Daten
Display (Anzeige) ..............: 3 3/4-stellige Großanzeige bis 3999,
mit 40-Segment-Bargraph,
automatischer Polaritätsanzeige,
Symbolanzeigen und Maßeinheiten
Max. Meßrate ...................: 2,5 Messungen pro Sekunde (Großanzeige)
10 Messungen pro Sekunde (Bargraph)
Arbeitstemperatur.............: 0°C bis +40°C
Lagertemperatur...............: -20°C bis +60°C (Batterie ausgebaut)
relative Luftfeuchtigkeit ....: 0 bis 80 %, nicht kondensierend
Temperatur für
garantierte Genauigkeit ....: +23°C ±5 K
Batteriewechselsanzeige..: „ „ ab unter ca. 8,6 V Batteriespannung
+
–
Batterietyp ........................: 8 x 1,5-V-Mignonatterie LR6 oder R6 oder AA,
Gewicht ............................: ca. 700 g (mit Batterien)
Abmessungen (L xB x H)..: 196 x 112 x 64 mm (ohne Anschlußleitungen)
16
• Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat
van alle spanningsbronnen losgemaakt is.
• Er mogen uitsluitend zekeringen van het aangegeven type en de aangegeven
nominale stroomsterke voor vervanging gebruikt worden. Het gebruik van gerepa-
reerde zekeringen of het overbruggen van de veiligheidhouder is niet toegestaan.
Voor het verwisselen van de zekeringen maakt u het meetapparaat los van het
meetcircuit en schakelt u het uit. Verwijder alle aangesloten snoeren en meetpun-
ten. Neem een passende kruiskopschroevendraaier ter hand en open de behui-
zing voorzichtig. Verwijder de defecte zekering en vervang deze door een zekering
van hetzelfde type en nominale stroomsterke.
0,5 A flink, 600 V, High Energy (38 x 10,5 mm)
Sluit na het verwisselen van de zekering de behuizing in omgekeerde volgorde!
Neem de meter pas weer in gebruik, als de behuizing veilig gesloten en dichtge-
schroefd is.
• Wees bijzonder voorzichtig met de omgang van spanningen > 25 V wissel- (AC)
resp. > 35V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen kunt u bij het aanra-
ken van elektrische leidingen een levensgevaarlijke schok krijgen..
Schakel eerst de spanningsbron stroomlos, verbindt de meter met de aansluitin-
gen van de te meten spanningsbron, stel op de meter de benodigde spannings-
meetbereik in en schakel daarna de spanningsbron in.
Na het beëindigen van de meting schakelt u eerst de spanningsbron stroomloos
en verwijdert u de meetsnoeren van de spanningsbron.
• Overtuig u er voor iedere spanningsmeting van, dat de meter zich niet in het isola-
tieweerstandsmeetbereik (4000 Mohm) bevindt.
• Voor iedere wisseling van het meetbereik dient u de punten van de meetsnoeren
te verwijderen van het te meten object.
• Controleer voor iedere meting uw apparaat resp. de meetsnoeren op beschadi-
ging(en).
• Gebruik voor de metingen alleen de meetsnoeren, die bij het apparaat meegele-
verd zijn. Alleen deze zijn toegelaten.
• Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat u de punten van
de meetsnoeren en de te meten aansluitingen (te meten punten) tijdens de meting
niet, ook niet indirect, aanraakt.
• De spanning tussen het meetapparaat en aarde mag 600 V CAT III resp. 1000 V
CAT II beslist niet overschrijden.
• Werk met deze meter niet in ruimtes of bij ongunstige omgevingscondities, waa-
rin/-bij brandbare gassen, dampen of stoffen aanwezig (kunnen) zijn. Vermijd voor
49