Conrad VC-1000 Bedienungsanleitung Seite 7

Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, aangezien er door
beschadigingen van het meetapparaat voor u een levensgevaarli-
jke situatie kan ontstaan. Let vooral op de veiligheidsbepalingen.
C Ingebruikname
C1 Basisinstellingen
Om een functie uit te kiezen, zet u de draaischakelaar in de gewenste positie. Hier-
door wordt het meetapparaat ingeschakeld. Schakelpositie „OFF" betekent: meet-
apparaat uitgeschakeld.
Auto-power-off betekent automatisch uitschakelen van het apparaat in de zoge-
naamde „Sleep-Mode" (beschikbaar of „stand-by"). Het apparaat schakelt na ca. 30
minuten „uit", wanneer
geen toets aangeraakt wordt of
de draaischakelaar niet gebruikt wordt.
Voor het opnieuw inschakelen van het meetapparaat, zet u de draaischakelaar eerst
op „OFF" en daarna op de gewenste schakelpositie.
C2 Toetsbezettingen
a) TEST (geeloranje)
Met deze toets wordt aan de ene kant de meting van de isolatieweerstanden
activeert en aan de andere kant bij een spanningsmeting gekozen tussen het meten
van gelijkgrootte DC („=") en wisselgrootte AC.
b) LOCK
Door op de toets „LOCK" te drukken wordt de toets „TEST" geblokkeerd (LOCK =
vergrendelen, blokkeren). De vergrendeling van de TEST-toets wordt door het sym-
bool „LOCK" in de hoofdregel van het display zichtbaar gemaakt. Om deze vergren-
deling weer op te heffen, moet u nog een keer op de toets „LOCK" drukken. Hierna
verdwijnt het symbool in het display.
c) HOLD
Door op de toets „HOLD" te drukken wordt bij een spannings- en weerstandsme-
ting/doorgangstest de actieve meetwaarde vastgehouden, dit is te zien in de hoof-
dregel op het display met de aanduiding „HOLD". Om tot de actieve meting terug te
keren, drukt u nog een keer op de toets „HOLD". De aanduiding „HOLD" verdwijnt
hierop op het display.
C3 Schakelaar- resp. busbezetting
a) Meetfunctieschakelaar of draaischakelaar
52
Zu dieser Messung gehen Sie wie folgt vor:
1. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der LO-Buchse und die rote Meßlei-
tung mit der HI-Buchse.
2. Führen Sie einen sog. Nullabgleich durch, um einerseits die Meßleitungen und den
Meßeingang durchzuprüfen und andererseits den geringen Widerstand der Lei-
tungen (ca. 0,2 bis 0,3 Ohm) zu kompensieren. Dazu halten Sie die beiden Prüf-
spitzen zusammen und betätigen den Taster TEST. Sind die Meßleitungen i.O., so
erscheint „0" in der Anzeige. Beträgt der Widerstand (Kontaktschwäche, Kontak-
te oxidiert usw.) mehr als ca. 40 Ohm, so erscheint „Err" für Error (=Fehler) in der
Anzeige.
3. Stellen Sie den Drehschalter „ Ohm". Anschließend verbinden Sie die Meßspit-
zen mit dem unbedingt spannungslosen Meßobjekt.
4. Beträgt der Durchgangswiderstand weniger als 40 Ohm, so ertönt ein akustisches
Signal.
Hinweis!
Wenn Sie eine Widerstandsmessung durchführen, achten Sie darauf, daß die
Meßpunkte, welche Sie mit den Meßspitzen zum Messen berühren, frei von
Schmutz, Öl, Lötlack oder ähnlichem sind. Solche Umstände können den
Meßwert verfälschen.
Sobald „OL" im Display erscheint und der Bargraph alle Segmente anzeigt,
haben Sie den Meßbereich überschritten, bzw. die Meßstrecke ist unter-
brochen.
Messen Sie keinesfalls Halbleiter (Dioden, Transistoren usw.) und
Sicherungen da der Prüfstrom bis zu 200 mA erreichen kann.
C Isolationsprüfung
Betätigen Sie niemals den Taster „TEST" bevor die Klemmen mit
dem zu prüfenden Meßobjekt sicher verbunden sind. Vorsicht
Hochspannung!
Entfernen Sie niemals die Klemmen vom Meßobjekt, solange der
Entladeprozeß im Geräteinnern noch andauert. Wenn „HOLD" in
der Anzeige erscheint, ist der Entladevorgang beendet.
Zur Messung des Isolationswiderstandes unter Zuhilfenahme einer aus drei auswähl-
baren Prüfspannungen (DC) gehen Sie wie folgt vor:
13