Handhabung, Inbetriebnahme; A Einbau Der Batterie - Batteriewechsel; B Anschluß Der Meßleitungen - Conrad VC-1000 Bedienungsanleitung

2. Verbind de meegeleverde krodillenklemmen met de testpunten (schroefdraad).
Draai de klemmen met de hand vast tot de aanslag.
3. Stel de draaischakelaar naar behoefte op „4000M Ohm/250V" of „4000M
Ohm/500V" of op „4000M Ohm/1000V".
4. Nu verbindt u de testpunten met het meetobject. Let er steeds op dat het snoer
goed contact maakt.
Voor de werkelijke test zijn twee mogelijkheden. Een handmatige methode en een
„vergrendelde" methode.
5. Voor de handmatige methode gebruikt u de toets „TEST" gedurende de meting en
wel zo lang als dit nodig is. Een akoestisch signaal laat horen, dat aan de klem-
men hoogspanning ligt. Zodra u de toets loslaat wordt de hoogspanning aan de
bussen „afgebroken" (ontladingsvoorgang). Als de ontlading beëindigd is, ver-
schijnt op het display „HOLD" en naar het ophouden van de pieptoon wordt de
meetwaarde weergegeven.
6. Bij de „vergrendelde methode drukt u een keer kort de toets „LOCK". „LOCK"
staat nu op het display als hoofdregel. Druk nu een keer op de toets „TEST", u
kunt nu een waarschuwingssignaal horen, dit betekent dat testspanning aan de
klemmen ligt. Om de meting te beëindigen, drukt u nog eens op de toets „TEST".
De ontladingsvoorgang zal nu beginnen. Als de ontlading beëindigd is, verschijnt
op het display „HOLD" en naar het ophouden van de pieptoon wordt de meet-
waarde weergegeven.
Heeft u na einde van de meting vergeten op de toets „TEST" te drukken, wordt het
meetapparaat automatisch na ca. 3 minuten afgeschakeld.
D Gebruik van de analoge bargraph
De bargraph is makkelijk te bedienen en te snappen. Hij kan vergeleken worden met
de wijzer van een analoge meter, zonder de mechanische nadelen ervan. Hij is bij-
zonder geschikt voor meetsignalen die snel veranderen, waarvoor het digitale dis-
play te „langzaam" is. Op deze manier kunnen ook tendensen van een meetwaarde-
verandering snel erkend en geëvalueerd worden.
De analoge bargraph bestaat uit 40 segmenten. Hij bezit een hogere meetsnelheid
dan de digitale display. Als het meetbereik overschreden wordt zijn alle segmenten
zichtbaar.
56

Handhabung, Inbetriebnahme

A Einbau der Batterie - Batteriewechsel

Damit Ihr Isolationstester einwandfrei funktioniert, muß er mit acht 1,5-V-Rundzellen
der Größe AA (=Mignon) bestückt werden. Wenn das Batteriewechselsymbol im Dis-
play erscheint, müssen Sie einen Batteriewechsel durchführen. Hierzu gehen Sie wie
folgt vor:
- Trennen Sie Ihr Meßgerät vom Meßkreis,
- entfernen Sie die Meßleitungen vom Meßgerät,
- schalten Sie es aus und
- drehen Sie mit einem geeigneten Schraubendreher (Längsschlitz) die Befesti-
gungsschraube der Batteriefachabdeckung auf der Gehäuseunterseite heraus.
- Schieben Sie die Abdeckung nun in Richtung Kopfende vorsichtig ab.
- Entfernen Sie alle verbrauchten Batterien aus dem Batteriefach und
- ersetzen Sie die Batterien polungsrichtig („+" und „-" beachten) durch unver-
brauchte gleichen Typs.
- Nach erfolgtem Batteriewechsel verschließen Sie das Batteriefach wieder sorg-
fältig.
Betreiben Sie das Meßgerät auf keinen Fall im geöffneten
Zustand. !Lebensgefahr!
Lassen Sie keine verbrauchten Batterien im Meßgerät, da selbst
auslaufgeschützte Batterien korrodieren können und dadurch
Chemikalien freigesetzt werden können, welche Ihrer Gesundheit
schaden bzw. das Batteriefach zerstören.
Verbrauchte Batterien sind als Sondermüll zu betrachten und
müssen daher umweltgerecht entsorgt werden. Hierfür gibt es bei
den Fachhändlern bzw. in den Wertstoffhöfen spezielle Sammel-
behälter.
B Anschluß der Meßleitungen
Verwenden Sie für Ihre Messungen stets nur die beiliegenden Meßleitungen bzw. die
Adapter-/Leitungen, welche optional für das DMM erhältlich und somit darauf abge-
stimmt sind. Achten Sie vor jedem Anschluß auf den Zustand der Anschlußstecker
bzw. Meßspitzen sowie auf die unbeschädigte Isolation.
Die beiliegenden Meßleitungen und Krokodilklemmen sind zugelassen für Spannun-
gen bis max. 1000 V (CAT III). Ihr Meßgerät, der Isolationstester VC-1000 ist dagegen
für Spannungen bis max. 600 VACrms/VDC in CAT III ausgelegt. Seien Sie beson-
ders vorsichtig im Umgang mit Spannungen größer 25 V Wechsel- bzw. 35 V Gleich-
spannung.
9