Aansluitingen En Uitgangen - IKA EUROSTAR 60 control Betriebsanleitung

Fabrieksinstellingen (Factory settings):
Kies de optie "Factory Settings" door de draai-/drukknop te
draaien en in te drukken. Het systeem zal u vragen het terugzet-
ten van de fabrieksinstellingen te bevestigen. Door op de "OK"-
toets te drukken stelt het systeem alle instellingen terug op de
oorspronkelijke, in de fabriek ingestelde standaardwaarden (zie
de afbeelding "Menustructuur").
Het apparaat kan in de modus "Remote" worden gebruikt via RS 232
of USB-aansluitingen met de laboratoriumsoftware labworldsoft
De RS 232-aansluiting op de achterkant van het apparaat, uitgerust
met een 9-polige SUB-D-bus, kan met een pc worden verbonden. De
pinnen zijn bezet met seriële signalen.
De USB-aansluiting op de achterkant van het roertoestel maakt het
mogelijk een pc en de Wireless Controller (WiCo) aan te sluiten. De
Wireless Controller heeft ook aan de rechterkant een USB-aansluiting.
Zij kan ook worden gebruikt op een pc voor "afstandsbediening".
Opmerking: Let hiervoor op de voorwaarden van het systeem, als-
ook op de gebruiksaanwijzingen en helppagina's van de software.
USB-aansluiting
De Universal Serial Bus (USB) is een serieel bussysteem voor verbin-
ding van het roertoestel met de pc. Apparaten met USB kunnen in
het lopende bedrijf met elkaar worden verbonden (Hot-Plugging)
en aangesloten apparaten en hun eigenschappen automatisch
herkend worden.
De USB-aansluiting werkt in combinatie met labworldsoft
"Remote"-werking en voor het updaten.
Selecteer voor het updaten http://www.ika.net/ika/lws/download/
EUROSTAR.cfg.
Installatie
Nadat de EUROSTAR 60/100 control via de USB-gegevenskabel
met de pc
verbonden is, laat hij het Windows-besturingssysteem weten wel-
ke apparaatdriver er nodig is:
- de driver wordt geladen,
- als de driver nog niet geïnstalleerd is, wordt hij geïnstalleerd,
- de gebruiker wordt verzocht de installatie uit te voeren.
Selecteer http://www.ika.net/ika/lws/download/stmcdc.inf.
Seriële interface RS 232 (V24)
Configuratie
- De functie van de interface-kanalen tussen roertoestel en automa-
tiseringssysteem vormt een keuze uit de signalen zoals vastgelegd
in de EIA-norm RS 232, ook DIN 66 020 deel 1.
- Voor de elektrische eigenschappen van de interface-kanalen en de
rangschikking van de signaaltoestanden geldt de EIA-norm RS 232,
conform DIN 66 259 deel 1.
- Transmissieprocédés: asynchrone transmissie in Start-Stop werking.
- Transmissiewijze: full duplex.
- Tekenformaat: tekenweergave conform dataformaat in DIN 66 022
voor Start-Stop werking. 1 start-bit; 7 teken-bits; 1 pariteitsbit; 1
stop-bit.
- Transmissiesnelheid: 9600 bit/s.
- Besturing van de gegevensstroom: none
- Toegangsprocédé: de gegevenstransmissie van roertoestel naar PC
is slechts mogelijk na verzoek van de PC.
Bluetooth
In de optie "Bluetooth
functie activeren resp. deactiveren. Een haakje geeft aan dat de
optie geactiveerd is.
Informatie (Information):
In de optie "Information" krijgt de gebruiker een overzicht over de
belangrijkste systeeminstellingen van het roertoestel EUROSTAR
60 / 100 control.

Aansluitingen en uitgangen

Commandosyntax en -formaat
® . Voor de commandorecords geldt het volgende:
- De commando's worden in het algemeen van PC (Master) naar
het roertoestel (Slave) gestuurd.
- Het roertoestel stuurt uitsluitend gegevens door op verzoek van
de computer. Ook foutmeldingen kunnen niet spontaan door
het roertoestel naar de computer (automatiserings systeem) ge-
stuurd worden.
- De commando's worden in hoofdletters doorgestuurd.
- Commando's en parameters, evenals elkaar opvolgende parame-
ters moeten van elkaar gescheiden zijn met minimaal één spatie
(hex code: 0x20).
- Elk afzonderlijk commando (incl. parameters en data) en elk ant-
woord wordt met een spatie CR spatie LF afgesloten (hex code: 0x20
0x0d 0x20 0x0A) en hebben een maximale lengte van 80 tekens.
- Het decimaal scheidingsteken in een getal met vlottende komma
is de punt (hex code: 0x2E).
De voorgaande uitvoer komt zoveel mogelijk overeen met de aan-
® voor
bevelingen van de NAMUR-commissie (NAMUR-aanbevelingen
voor de uitvoer van elektrische stekkerverbindingen voor de ana-
loge en digitale signaaltransmissie op MSR onafhankelijke labora-
toriumtoestellen, rev. 1.1).
De NAMUR-commando's en de aanvullende IKA
mando's dienen slechts voor de Low Level commando's voor de
communicatie tussen roertoestel en PC. Met een geschikt termi-
nal- of communicatieprogramma kunnen deze commando's direct
naar het roertoestel gestuurd worden. Met labworldsoft beschikt
u over een handig IKA
besturing van het roerapparaat en registratie van de gegevens van
het roerapparaat, waarmee ook grafische invoer van b.v. toeren-
talcurves mogelijk is.
Hieronder vindt u een overzicht van de door het IKA
controletoestel begrepen (NAMUR-)commando's.
NAMUR Commando
IN_NAME
IN_PV_3
IN_PV_4
IN_PV_5
IN_SP_4
IN_SP_5
IN_SP_6
IN_SP_8
OUT_SP_4
OUT_SP_5
OUT_SP_6
OUT_SP_8
START_4
STOP_4
RESET
OUT_MODE_n (n= 1 or 2) draairichting instellen
IN_MODE
® :
" kan de gebruiker de "Bluetooth
®
® -softwarepakket onder MS Windows, ter
Functie
apparaatnaam lezen
PT1000-waarde lezen
huidige toerentalwaarde lezen
huidige draaimomentwaarde lezen
nominaal toerental lezen
waarde van de draaimomentbegrenzing lezen
waarde van de toerentalbegrenzing lezen
waarde van het veiligheidstoerental lezen
nominale toerentalwaarde instellen
waarde van de draaimomentbegrenzing instellen
waarde van de toerentalbegrenzing instellen
waarde van het veiligheidstoerental instellen
motor starten
motor stoppen
overschakelen op normaal bedrijf
draairichting lezen
"-
®
-specifieke com-
®
® -
89