Gebruik voor de verlenging van het audio- en het videosignaal
alleen hiervoor geschikte afgeschermde cinchkabels. Bij
gebruik van andere kabels kunnen zich storingen voordoen.
Houd de kabellengte zo kort mogelijk.
7. In gebruik nemen
• Steek de beide netdelen van het draadloze camerasysteem in een wandcontact-
doos.
• Schakel uw weergave-apparaat in, en stel het betrokken kanaal in om de weer-
gave te garanderen.
8. Functies
8.1 Indicatoren
A) Ontvangststerkte-indicator
Deze geeft de ontvangststerkte aan (hoe meer streepjes, hoe beter de ont-
vangst - zie ook hoofdstuk „6,3. Signaal-ontvangststerkte").
B) Camerakanaal-indicatie
Het cijfer geeft het momenteel weergegeven camerakanaal aan.
C) Zoom-indicator
De ontvanger beschikt over een digitale zoomfunctie. Als de zoom actief is, ver-
schijnt bovenaan het beeld de tekst „ZOOM".
D) Status-indicator
Als de indicatie „NO SIGNAL" verschijnt, dan betekent dat, dat de ontvanger
geen radiosignaal ontvangt van de camera. Voer in dit geval een verbindings-
zoeken (ook „pairing" genoemd) door (zie volgend hoofdstuk) resp. selecteer
het betrokken camerakanaal waarop de camera zendt.
133