• Lees voor de inbedrijfstelling de gebruikshandleiding vol-
ledig door en neem de veiligheidsaanwijzingen in acht.
• B ewaar de gebruikshandleiding op een plaats die voor iedereen
toegankelijk is.
Algemene aanwijzingen
• Z org ervoor dat alleen geschoold personeel met het apparaat werkt.
• N eem de veiligheidsaanwijzingen, richtlijnen, arbo- en ongeval-
lenpreventievoorschriften in acht.
• H et stopcontact moet geaard zijn (randaarde).
Let op - Magnetisme!
LET OP
Houd rekening met de effecten van het
magneetveld (pacemakers, gegevens-
dragers...).
Gevaar voor brandwonden!
GEVAAR
Wees voorzichtig bij het aanraken van
behuizingdelen en de verwarmingsplaat.
De verwarmingsplaat kan heter worden dan 320 °C. Denk aan
restwarmte na de uitschakeling!
Het apparaat mag uitsluitend in koude toestand worden ver-
voerd!
Opbouw van het apparaat
Gebruik het apparaat niet in explosie-
GEVAAR
gevaarlijke atmosferen, met gevaarlijke
stoffen of onder water.
• P laats het apparaat vrij op een vlakke, stabiele, schone, slipvaste,
droge en vuurvaste ondergrond.
• D e poten van het apparaat moeten schoon en onbeschadigd
zijn.
• H et netsnoer alsook de leidingen van de externe sensor mogen
de verwarmbare draagplaat niet raken.
• I nspecteer het apparaat en het toebehoren voor elk gebruik op
beschadigingen. Gebruik geen beschadigde onderdelen.
Toegestane media / verontreinigingen / nevenreacties
Let op! Met dit apparaat mogen uitslui-
WAARSCHUWING
tend media worden verwerkt of verhit
waarvan het vlampunt boven de ingestel-
de veiligheidstemperatuurlimiet ligt (50 ... 380 °C).
De ingestelde veiligheidstemperatuurbegrenzing moet altijd min-
stens 25 °C onder het ontbrandingspunt van het gebruikte me-
dium liggen.
Let op gevaar door:
WAARSCHUWING
- ontvlambare materialen
- brandbare media met lage dampdruk
- glasbreuk
- onjuiste dimensionering van het vat
- te hoog vulniveau van het medium
- onveilige stand van het vat.
• B ewerk ziekteverwekkende materialen uitsluitend in gesloten
houders onder een geschikte afzuiging. Gelieve bij vragen con-
tact op te nemen met IKA
®
Bewerk uitsluitend media waarbij de ener-
GEVAAR
gie-inbreng door de bewerking geen gevaar
oplevert. Dit geldt ook voor andere ener-
gie-inbrengen, bijv. door lichtinstraling.
• D e draagplaat kan bij hoge toerentallen ook zonder verwarming
warm worden door de aandrijfmagneten.
• W ees bedacht op eventueel optredende verontreinigingen en
ongewilde chemische reacties.
• E ventueel kunnen slijtagedeeltjes van het roterende toebehoren
in het te verwerken medium terechtkomen.
• B ij gebruik van magneetstaafjes met PTFE-coating moet op het
volgende worden gelet: chemische reacties door PTFE ontstaan
Veiligheidsaanwijzingen
.
bij contact met gesmolten of opgeloste alkali- en aardalkalime-
talen, alsmede met fijndelige poeders van metalen uit de 2e en
3e groep van het periodieke systeem bij temperaturen boven
300-400 °C. Alleen elementair fluor, chloortrifluoride en alka-
limetalen tasten het aan, halogeenkoolwaterstoffen werkend
reversibel opborrelend.
(Bron: Römpps Chemielexikon en „Ullmann" Bd.19)
• B ij gebruik van opgeloste alkali- of aardalkalimetalen en bij tem-
peraturen boven 250 °C moeten in principe met glas ommantel-
de magneetstaafjes worden gebruikt!
Testuitvoeringen
Draag uw persoonlijke beschermingen
WAARSCHUWING
overeenkomstig de gevarenklasse van het
medium dat bewerkt wordt. Anders be-
staat er gevaar door:
- Spatten en verdampen van vloeistoffen
- Wegslingerende onderdelen
- Vrijkomen van toxische of brandbare gassen.
• V erlaag het toerental als:
- het medium door een te hoog toerental uit het vat spat
- het apparaat ongelijkmatig draait
- het vat op de draagplaat beweegt.
Toebehoren
• V eilig werken is alleen gewaarborgd met het toebehoren dat be-
schreven is in het hoofdstuk
• M onteer toebehoren alleen wanneer de stekker uit het stopcon-
tact is verwijderd.
• N eem de gebruiksaanwijzing van het toebehoren in acht.
• V erzeker dat de externe temperatuursensor tot een diepte van
minstens 20 mm in het medium zit, wanneer hij aangesloten is.
• T oebehoren moet altijd veilig verbonden zijn met het apparaat
en mag niet spontaan loslaten. Het zwaartepunt van de opbouw
moet binnen de draagplaat liggen.
Voedingsspanning / uitschakeling van het apparaat
• D e spanning die vermeld staat op de typeplaat moet overeen-
stemmen met de netspanning.
• H et stopcontact voor aansluiting op het elektriciteitsnet moet
gemakkelijk te bereiken en toegankelijk zijn.
• H et apparaat is alleen afgescheiden van het elektriciteitsnet als
de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Na een onderbreking van de stroomtoe-
WAARSCHUWING
voer start het apparaat uit zichzelf weer
op in de modus B.
Ter bescherming van het apparaat
• H et apparaat mag uitsluitend door een vakman worden geopend.
• D ek het apparaat niet af, ook niet gedeeltelijk, bv. door metalen
platen of folie. Hierdoor ontstaat oververhitting.
• V oorkom stoten en slagen tegen het apparaat of het toebehoren.
• L et erop dat de draagplaat schoon is.
• N eem de minimumafstanden in acht tussen apparaten, tussen het
apparaat en de muur, alsook boven de opbouw (min. 800 mm).
>100 mm
NL
„
Toebehoren".
>100 mm
117