Werking
Gevaar
Langere gebruiksduur van het apparaat
kan door de vibraties leiden tot doorbloe-
dingstoornissen.
Een algemeen geldende duur voor het ge-
bruik kan niet vastgelegd worden aange-
zien die afhangt van verschillende factoren:
Persoonlijke neiging tot slechte door-
–
bloeding (vaak koude vingers, kriebe-
len van de vingers, gevoelloosheid).
Lage omgevingstemperatuur. Warme
–
kledij dragen ter bescherming van de
betreffende lichaamsdelen.
Stevig vasthouden hindert de doorbloe-
–
ding.
Ononderbroken werking is slechter dan
–
een werking met pauzen.
Bij een regelmatig, langdurig gebruik van
het apparaat en bij herhaaldelijk optreden
van die symptomen (bijvoorbeeld kriebelen
van de vingers, gevoelloosheid van bepaal-
de lichaamsdelen, koude vingers) bevelen
wij een medisch onderzoek aan.
Chauffeursstoel instellen
Hefboom stoelverstelling naar buiten
trekken.
Stoel verschuiven, hefboom loslaten en
vastzetten.
Door vooruit- en terugbewegen van de
stoel controleren of hij vast zit.
Motortoerental verstellen
Met de gashefboom kan het motortoe-
rental geregeld worden.
Programma's selecteren
1 Transport
2 Vegen met veegrol
3 Vegen met keerrol en zijbezems
68
Apparaat starten
Instructie: Het apparaat is uitgerust met
van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-
ten van de chauffeursstoel wordt het appa-
raat uitgeschakeld.
Gastoevoer openen
Gas-aftapventiel openen door tegen de
wijzers van de klok te draaien.
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Keuzeschakelaar rijrichting in de mid-
denstand brengen.
Parkeerrem vastzetten.
Regeling motortoerental 1/3 naar voren
schuiven.
Motor starten
Contactsleutel in het contactslot ste-
ken.
Contactsleutel in stand „II" draaien.
Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
Instructie: De startmotor nooit langer dan
10 seconden gebruiken. Voor het opnieuw
gebruiken van de startmotor minstens 10
seconden wachten.
Apparaat verrijden
Programmaschakelaar op Transport
zetten.
.
Gashefboom volledig naar voren (hoog
toerental) zetten.
Instructie: Toerental van zijborstel en
keerrol is afhankelijk van het motortoe-
rental.
Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
Parkeerrem losmaken.
Vooruit rijden
Keuzeschakelaar rijrichting „Vooruit"
stellen.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Achteruit rijden
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen
laten geven.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar! Keuzeschakelaar
rijrichting enkel bedienen bij een stilstaand
apparaat.
Keuzeschakelaar rijrichting op „Achter-
uit" stellen.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
6
-
NL
Rijgedrag
Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
–
traploos geregeld worden.
Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
–
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
Bij capaciteitsafname op hellingen het
–
rijpedaal zachtjes terugnemen.
Remmen
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Instructie: De remwerking kan door in-
drukken van het rempedaal ondersteund
worden.
Over hindernissen heen rijden
Over vaststaande hindernissen tot 70 mm
heen rijden:
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 70
mm heen rijden:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
Veegbedrijf
Voorzichtig
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-
sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan
de omstandigheden aangepast worden.
Instructie: Tijdens het gebruik moet het
veeggoedreservoir op gezette tijden gele-
digd worden.
Instructie: Tijdens het gebruik moet de
stoffilter op gezette tijden gereinigd wor-
den.
Droge bodem vegen
Ventilator inschakelen.
Bij oppervlaktereiniging de programma-
schakelaar op Vegen met veegrol zet-
ten.
Bij de reiniging van zijranden de pro-
grammaschakelaar op Vegen met vee-
grol en zijbezems zetten.
Vochtige of natte bodem vegen
Ventilator uitschakelen.
Bij oppervlaktereiniging de programma-
schakelaar op Vegen met veegrol zet-
ten.
Bij de reiniging van zijranden de pro-
grammaschakelaar op Vegen met vee-
grol en zijbezems zetten.