Algemene Aanwijzingen - Kärcher HDS Super SX Handbuch

Gebruiksaanwijzing

Algemene aanwijzingen

Veiligheidsinrichtingen
Overstroomklep met twee
drukschakelaars
— Bij het reduceren van de
waterhoeveelheid op de pompkop of met
de servopressregeling gaat het
overstroomventiel open en een deel van
het water stroomt naar de zuigzijde van
de pomp terug.
— Als het pistool wordt gesloten zodat al
het water naar de pompzuigzijde
terugstroomt, schakelt de
drukschakelaar op de overstroomklep de
pomp uit.
— Als de handspuit weer wordt geopend,
schakelt de drukschakelaar op de
cilinderkop de pomp weer in.
Het overstroomventiel is af fabriek
ingesteld en verzegeld. Instelling alleen
door de servicedienst.
Veiligheidsklep
— De veiligheidsklep gaat open als de
overstroomklep of de drukschakelaar
defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling alleen door de
servicedienst.
Watertekortbeveiliging
— De watertekortbeveiliging voorkomt dat
de brander wordt ingeschakeld als er
een watertekort is.
— Een zeef voorkomt dat de zekering vuil
wordt en moet regelmatig gereinigd
worden.
Veiligheidsschakelaar motor
— De motorveiligheidsschakelaar
onderbreekt de stroomkring als de motor
overbelast is.
76
HDS Super SX/HDS 695 SX/HDS 895 SX/HDS 1195 SX
Richtlijnen voor vloeistofspuiters
— Het Duitse voorschrift ter voorkoming
van ongevallen (BGV D 15) is van
toepassing Werken met vloeistofstralers.
Hogedrukspuiten moeten volgens deze
richtlijnen minstens een keer per
12 maanden worden gecontroleerd door
een deskundige en het resultaat van de
controle moet schriftelijk worden
vastgelegd.
Stoomketelvoorschrift
— Testdruk en uitvoering van het apparaat
komen overeen met de verordering voor
stoomketels.
— De waterinhoud van de
verwarmingsslangpijp is minder dan
10 liter. Daarom zijn er voor het
apparaat wat betreft de ketel geen
opstellingsvoorschriften. De plaatselijke
bouwvoorschriften moeten in acht
worden genomen.
Inschakelprocedures
— Bij het inschakelen worden korte
spanningsdalingen opgewekt.
— Bij ongunstige
elektriciteitsomstandigheden kunnen
invloeden op andere apparaten
optreden.
— Bij een netimpedantie kleiner dan
0,15 Ohm worden geen storingen
verwacht.
Nederlands