om en sluit deze weer na 6 seconden: de installatie
wordt hierdoor met koudemiddel gevuld.
2.
Controleer de installatie opnieuw op dichtheid.
–
Als er geen lekkages voorhanden zijn, zet de werk-
zaamheden dan voort.
3.
Verwijder de manometer met de verbindingsslangen
van de kleppen.
4.
Open de afsluitkleppen (2) en (3), draai daarvoor de in-
bussleutel (4) linksom, tot een lichte aanslag merkbaar
is.
5.
Breng de stoppen op de overstortventielen weer aan.
6.
Neem de installatie in bedrijf en laat het product enkele
ogenblikken werken, waarborg, dat het in alle bedrijfs-
modi correct functioneert.
7
Overdracht aan de gebruiker
▶
Toon de gebruiker na de installatie de posities en de
functies van de beveiligingen.
▶
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het product
volgens de opgegeven intervallen te laten onderhouden.
▶
Als u meer dan één binnenunit in gebruik hebt, program-
meer dan dezelfde bedrijfswijze (verwarmen of koelen).
Anders komt het tot een conflict van de bedrijfswijzen en
aan de binnenunits wordt een foutmelding weergegeven.
8
Verhelpen van storingen
8.1
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
8000011820_02 Installatie- en onderhoudshandleiding
9
Inspectie en onderhoud
9.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
▶
Neem de minimale inspectie- en onderhoudsintervallen in
acht. Afhankelijk van de resultaten van de inspectie kan
een vroeger onderhoud nodig zijn.
9.2
Product onderhouden
Eén keer maandelijks
▶
Controleer het luchtfilter van de binnenunit op vervuiling
(→ installatiehandleiding van de binnenunit).
–
De luchtfilters zijn uit vezels vervaardigd en kunnen
met water worden gereinigd.
Halfjaarlijks
▶
Demonteer de mantel.
▶
Controleer de warmtewisselaar op netheid.
▶
Verwijder alle vreemde voorwerpen van het lamellen-
oppervlak van de warmtewisselaar die de luchtcirculatie
kunnen hinderen.
▶
Verwijder het stof met een persluchtstraal.
▶
Was en borstel deze voorzichtig met water af en droog
deze dan met een persluchtstraal.
▶
Controleer of de condensafvoer niet gehinderd wordt,
omdat dit een correcte waterafvoer zou kunnen hinderen.
10 Definitieve buitenbedrijfstelling
1.
Laat het koudemiddel af.
2.
Demonteer het product.
3.
Laat het product inclusief de onderdelen recycleren of
gooi het weg.
11 Verpakking afvoeren
▶
Voer de verpakking reglementair af.
▶
Neem alle relevante voorschriften in acht.
12 Serviceteam
De contactgegevens van ons serviceteam vindt u in de bijla-
ge Country specifics of op onze website.
157