124
Nederlands
Waarschuwing: Om besmetting te voorkomen, moet u uw handen
goed wassen met water en zeep voordat u uw borsten en de
onderdelen van de borstkolf aanraakt. Raak de binnenkant van de
cup niet aan.
Zorg ervoor dat u de onderdelen van de borstkolf die in aanraking komen met
de borst en moedermelk goed hebt schoongemaakt en gedesinfecteerd.
Verzamel alle onderdelen en leg ze op een schoon oppervlak.
Controleer de onderdelen van de borstkolf vóór gebruik op beschadigingen en
vervang ze indien nodig.
Opmerking: De juiste plaatsing van het borstschild, het membraan, het
inzetstuk (indien gebruikt), het ventiel en de siliconenslang is essentieel voor
de borstkolf om een goed vacuüm te vormen en de kans op melklekkage zo
klein mogelijk te maken.
1 Was uw handen grondig met water en zeep.
2 Duw het ventiel zo ver mogelijk in de cup (Fig. 5).
3 Bevestig het membraan aan de cup (Fig. 6).
4 Bevestig de voorkap (Fig. 7) aan het membraan en de cup. U kunt bij de
voorkap kiezen uit 4 standen, zodat u de siliconenslang naar wens kunt
richten. Kies de stand die het meest comfortabel voor u is. Duw het
membraan omlaag, tot het goed vastzit.
5 Als u een inzetstuk gebruikt, moet u eerst het inzetstuk (Fig. 8) volledig in
het borstschild plaatsen (Fig. 9).
Opmerking: Als u een inzetstuk gebruikt, moet u dit aan het borstschild
bevestigen voordat u het borstschild aan de cup bevestigt, om te
voorkomen dat er openingen ontstaan.
Zorg ervoor dat u het inzetstuk in een borstschild van de juiste maat
plaatst. De inzetstukken van 15 mm, 17 mm en 19 mm passen op het
borstschild van 21 mm. Het inzetstuk van 26 mm past op het borstschild
van 28 mm. Het borstschild van 24 mm kan alleen zonder inzetstuk worden
gebruikt.
6 Bevestig het borstschild (inclusief het inzetstuk, indien aanwezig) aan de
cup (Fig. 10). Duw het binnenste gedeelte van het borstschild zo ver
mogelijk in de cup. Zorg ervoor dat de rand van het borstschild de zijkanten
van de cup volledig bedekt (Fig. 11).
7 Sluit de siliconenslang aan op de voorkap (Fig. 12) en de motorunit (Fig.
13).
8 Als de borstkolf is opgeladen, kunt u hem draadloos gebruiken. U kunt de
borstkolf ook gebruiken wanneer deze is aangesloten op een
voedingsbron. De batterij wordt tijdens het pompen niet opgeladen.