Scheppach dp13 Bedienungsanleitung Seite 65

Boorkoppen installeren
Stop de boorkop ver genoeg in de klauw om een
1
maximale grip van de spanklauwen te verkrijgen.
(Wanneer u een kleine boorkop gebruikt, mag u
deze niet te ver plaatsen zodat de klauwen de spa-
angroeven van de boorkop raken. )
2 Controleer of de boorkop gecentreerd is in de
klauw voordat u de klauw vastmaakt met de opti-
onele klauwsleutel.
Maak de klauwplaat voldoende vast zodat de boor-
3
kop niet wegglijdt tijdens het boren.
Draai de klauwsleutel rechtsom om vast te maken
4
en linksom om los te maken. Maak de boorkop
gelijkmatig vast door de drie openingen achtereen-
volgens te gebruiken. De boorkop kan worden vri-
jgegeven door slechts één opening te gebruiken.
De snelheid en spanriem kiezen, afb. 13
NB! trek de stroomstekker uit!
U kunt verschillende spilsnelheden instellen op uw
1
kolomboormachine:
2 Open de schijfklep terwijl de schakelaar op „UIT"
staat.
Maak de aandrijfriem aan de rechterzijde van de
3
machinekop los door de vleugelschroeven (12)
aan beide zijden los te maken. Trek de rechterzi-
jde van de motor in de richting van de spil om de
V-riem los te maken. Maak de vleugelschroeven
opnieuw vast.
Bevestig de V-riem aan de overeenkomende riem-
4
schijven.
Maak de vleugelschroeven los en duw de rech-
5
terzijde van de motor naar achter om de V-riem
opnieuw aan te spannen.
6 Draai de vergrendelingknop van de riemspanning
vast. De riem moet ongeveer 13 mm –1/2" -afbui-
gen door duimdruk op het middelpunt van de riem
tussen de schijven.
Sluit de schijfklep.
7
Als de riem wegglijdt tijdens het boren, moet u de
8
riemspanning opnieuw afstellen.
Tip: veiligheidsschakelaar
Als u de snelheid wilt regelen, moet u de schijfklep
openen. Het apparaat schakelt automatisch uit om
het risico op letsel te vermijden.
De klauw verwijderen
Open de klauwen van de klauwplaat zo ver mogelijk
door de klauwplaatmof linksom te draaien (vanaf de
bovenkant gezien).
Leg de klauwplaat met moker voorzichtig in de ene
hand terwijl u de klauwplaat in de ander hand houdt
om te voorkomen dat deze valt wanneer deze wordt
losgemaakt van de spilneus.
Diepteaanslag, afb. 14
Met de diepteaanslag kunt u gaten boren in het
werkstuk tot een gedefinieerde diepte. U hebt hier-
voor twee opties.
Boren tot op een specifieke diepte
Markeer de boordiepte (H) aan één zijde van het
1
werkstuk.
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
Breng de boorkop omlaag terwijl de schakelaar op
2
„UIT" staat, tot de punt of rand op de hoogte van
de markering staat.
Houd de toevoerhandgreep vast op deze positie.
3
4 Draai de onderste moer (B2) omlaag om de diep-
teaanslagschoen (13) op de kop aan te raken.
5 Draai de bovenste moer (B1) omlaag en maak
deze vast tegen de onderste moer.
6 De spanklauw en de boorkop worden nu gestopt
nadat ze omlaag zijn geschoven over de afstand
die op de diepteschaal is gekozen.
Diepteschaalmethode, afb. 6
NB: voor deze methode moet de boorkop, terwijl de
spil in de hoogste positie staat, zich net iets boven de
bovenkant van het werkstuk bevinden.
Schakel de machine uit, laat de boor zo ver zakken
1
tot de indicator (g) naar de gewenste boordiepte
van de diepteschaal (e) wijst.
2 Draai de onderste moer (B2) omlaag tot deze de
onderste aanslag (13) bereikt.
3 Vergrendel de onderste moer (B1) tegen de bo-
venste moer.
De klauwplaat en de boorkop worden nu gestopt
4
nadat ze omlaag zijn geschoven over de afstand
die op de diepteschaal is gekozen.
De tafel en het werkstuk plaatsen, afb. 15
Plaats altijd een stuk ondersteuningsmateriaal (H)
(hout, multiplex ...) op de tafel onder het werkstuk. Hier-
door wordt versplintering of een zware belasting op de
onderzijde van het werkstuk wanneer de boor door het
materiaal schiet, verhinderd. Om te verhinderen dat het
ondersteuningsmateriaal niet meer onder controle is
en begint te tollen, moet u zorgen dat dit materiaal de
linkerzijde van de kolom raakt, zoals weergegeven.
Waarschuwing:
om te verhinderen dat het werkstuk of het ondersteu-
ningsmateriaal uit uw hand wordt getrokken tijdens
het boren, plaatst u het aan de linkerzijde van de ko-
lom. Als het werkstuk of ondersteuningsmateriaal niet
lang genoeg is om de kolom te bereiken, moet u het
aan de tafel vastmaken. Als u dat niet doet, kan dit
lichamelijk letsel veroorzaken.
NB: voor kleine stukken die niet aan de tafel kunnen
worden bevestigd, moet u een kolomboorbankschro-
ef gebruiken (optioneel accessoire).
De bankschroef moet aan de tafel worden bevestigd
met een klem of met bouten voor het vermijden van
letsel door rondtollende werkstukken, een draaiende
bankschroef of breuk van het gereedschap.
Een gat boren
Maak een inkeping in het werkstuk op de plaats waar
u de opening wilt en gebruik hiervoor een centreer-
drevel of een scherpe nagel. Voordat u de schakelaar
aanzet, brengt u de boor omlaag naar het werkstuk
en lijnt u deze uit op de locatie van de opening.
Zet de schakelaar aan en trek de toevoerhandgrepen
omlaag met slechts voldoende kracht om de boor te
laten draaien.
NL
65 / 124