NL
TE LANGZAAM TOEVOEREN kan verbranding van
de boorkop veroorzaken.
TE SNEL TOEVOEREN kan de motor doen stoppen,
de boorkop doen wegglijden, het werkstuk lostrekken
of de boorkop breken.
Wanneer u metaal boort, kan het nodig zijn dat u de
punt van de boor moet smeren met motorolie om ver-
branden van de boorkop te voorkomen.
9. Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING:
Schakel voor uw veiligheid de schakelaar uit en trek
de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoud
uitvoert aan onze kolomboor.
Halten Sie ihr Gerät sauber
Wees voorzichtig want sommige huishoudelijke rei-
nigingsproducten en oplosmiddelen, zoals benzine,
trichlooretheen, chloor, ammonium, enz. kunnen plas-
tic onderdelen beschadigen.
Om motorschade te voorkomen, moet u deze motor
regelmatig uitblazen of uitzuigen om ervoor te zorgen
dat het stof van de kolomboor de normale motorventi-
latie niet hindert.
Voedingskabel
Om schok of brandgevaar te voorkomen, moet u het
netsnoer onmiddellijk vervangen als het versleten,
doorgesneden of op een andere manier beschadigd
is.
Smering
Alle kogellagers zijn in de fabriek voorzien van olie. Er
is geen verdere smering nodig.
Smeer periodiek de spieën - groeven - in de spil en
de heugel.
Om de spieën te smeren, brengt u de naaf omlaag en
spuit u vet in de spil vanaf de bovenkant van de schi-
jf. Breng de naaf enkele keren omhoog en omlaag.
Om de heugel te smeren, brengt u de naaf omlaag en
smeert u wat olie op het buitenoppervlak van de heu-
gel. Breng de naaf enkele keren omhoog en omlaag.
Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden on-
derdelen.
10. Opbergen
Bewaar het toestel en de accessoires op een don-
kere, droge en vorstvrije plaats die voor kinderen
ontoegankelijk is. De optimale opbergtemperatuur
ligt tussen 5° C en 30° C. Bewaar het elektrische ge-
reedschap in de originele verpakking.
m Let op! Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact!
Het apparaat moet tijdens transport onvoorwaardeli-
jk worden geborgd tegen vallen of omvallen.
66 / 124
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Het apparaat kan aan de linker- en rechterkap van
de slijpschijf / bandschuurmachine worden opgetild.
Niet optillen aan netsnoer, flexibele lampschacht,
enz.
11. Elektrische aansluitingen
De geïnstalleerde elektrische motor is volledig be-
draad en klaar voor gebruik.
De verbinding van de klant met het stroomtoevoer-
systeem en alle verlengsnoeren die mogelijk worden
gebruikt, moeten voldoen aan de lokale voorschriften.
Defecte elektrische aansluitkabels
Elektrische aansluitkabels krijgen vaak te maken met
isolatieschade.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Drukpunten wanneer aansluitkabels door raam- of
deuropeningen worden geleid.
• Kinken die voortvloeien uit een onjuiste bevesti-
ging of het verkeerd plaatsen van de aansluitkabel.
• Sneden die worden veroorzaakt door overrijden
van de aansluitkabel.
• Isolatieschade die te wijten is aan het geforceerd
uittrekken van de kabel uit het stopcontact.
• Barsten door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mo-
gen niet worden gebruikt omdat de isolatieschade
ze uiterst gevaarlijk maakt.
Controleer elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Controleer of de kabel is losgekoppeld van
de netstroom bij de controle.
Elektrische aansluitkabels moeten voldoen aan de
voorschriften die van toepassing zijn in uw land.
Eenfasige motor
• De netspanning moet overeenkomen met de span-
ning die is opgegeven op het kenplaatje van de
motor.
• Kabels met een lengte tot 25 m moeten een doors-
nede hebben van 1,5 mmª, en kabels van meer dan
25 m moeten een doorsnede van 2,5 mm
• De aansluiting op de netstroom moet worden be-
schermd met een langzaam werkende zekering
van 16 A.
Belangrijke opmerking:
De motor wordt automatisch uitgeschakeld in het ge-
val van overbelasting. De motor kan opnieuw worden
ingeschakeld na een afkoelperiode die kan variëren.
Driefasige motor
• De netstroom moet tussen 380 en 420 V / 50 Hz
liggen.
• De aansluiting op de netstroom en de aansluitkabel
moeten vijf draden hebben (3 P + N + PE).
• Verlengsnoeren moeten een doorsnede hebben
van minstens 1,5 mm2.
hebben.
2