Ingebruikneming/instellen radiosignaal
Opmerking voor instellingen onder 6.2.: Voor deze instellingen
moet de aandrijving/ontvanger worden geselecteerd met een zen-
der in de SELECT-modus (statusled knippert langzaam oranje). Na
het instellen blijft de aandrijving/ontvanger geselecteerd (zie 6).
6.2.4. Een ontvanger resetten naar de fabrieksinstelling
Om een ontvanger te resetten naar de fabrieksinstelling
de PROG-knop op de zender negen seconden ingedrukt
houden. Alle instellingen worden gereset naar de
fabrieksinstelling. Voor de aandrijving zijn daarna geen
zenders en eindposities meer opgeslagen. De ontvanger
9 s
wordt uit de tabel van de zender gewist.
Opmerking: dit leidt bij andere ingeleerde zenders tot een fout-
melding!
Als deze ontvanger met behulp van een nog ingeleerde zender
wordt aangestuurd, ontvangt de zender geen antwoord meer en
bevestigt dit met een foutmelding.
6.2.5. CONFIGURATIE-modus (alleen voor geautoriseerde mon-
teurs)
In de configuratiemodus kunnen de functies van de radioaandrijvin-
gen en -ontvangers worden ingesteld. Welke functies kunnen wor-
den ingesteld, is afhankelijk van aandrijvingswijze/ontvangertype.
Verdere uitvoerige instructies over de configuratiemodus vindt u in
het document 'Configuratie radioaandrijvingen en -ontvangers', dat
voor download beschikbaar is op www.selve.de
6.3. Zenderfuncties
Zenders en ontvangers bevinden zich in de bedrijfsmodus.
Tussenposities
Raadpleeg de zenderhandleiding voor het instellen en oproepen
van de tussenposities.
Ontvangerslijst in de zender wissen
Om de ontvangerslijsten in een zender te wissen, houdt u de
SELECT- en de PROGR-knop gelijktijdig 9 seconden ingedrukt. Aan-
sluitend zijn alle ontvangers uit de zender gewist.
9 s
78