Onderhoudsla-
ding
Gevaar van een ongecontroleerde accu tijdens het onderhoudsladen.
Ernstig persoonlijk letsel en schade aan eigendommen kan het gevolg zijn, met
name door kortsluiting, vonken en knalgasexplosies.
▶
▶
Zodra de accu volledig is geladen, schakelt het apparaat automatisch over op on-
derhoudslading. Het symbool voor een volledig geladen accu (4 balken) wordt
continu weergegeven.
Het laadapparaat kan nu ononderbroken op de accu aangesloten blijven zonder
dat de accu wordt overladen en zonder extra stroomkosten te veroorzaken.
Diepontladen ac-
Verschijnt tijdens de test geen weergave op het display van het apparaat, dan is
cu laden
de accu diepontladen. Het apparaat laad diepontladen accu's door middel van
behoedzame stroompulsen gedurende langere tijd. Koppel, voordat met laden
wordt begonnen, de accu van het boordnet resp. de stroomverbruikers los.
OPMERKING!
Risico van voortijdige aansluiting van een accu op het boordnet.
Dit kan leiden tot functionele beperkingen van het boordnet.
▶
▶
▶
Bufferlading (al-
Bij de bufferlading is het inschakelen van stroomverbruikers (bijvoorbeeld de au-
leen bij het appa-
toradio) tijdens het laden mogelijk. Let erop dat:
raattype Acctiva
-
Easy)
-
Voedingsfunctie
Tijdens het vervangen van een accu voorziet het apparaat de boordelektronica
(alleen bij het
van het voertuig van stroom. Opgeslagen gegevens (bijvoorbeeld de code van de
apparaattype
autoradio, stoelinstellingen, enz.) blijven behouden.
Acctiva Easy)
Ga als volgt te werk om de voedingsfunctie van het apparaat te gebruiken:
1
2
3
4
5
GEVAAR!
Volgens de instructies van de accufabrikant of met minstens één wekelijkse
visuele controle nagaan of de accu tot het MAX-merkteken met zuur is ge-
vuld.
Bedrijf van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu door een
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen,
ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
Sluit de accu pas weer op het boordnet aan, wanneer:
Het laden minstens 1 uur heeft geduurd.
Een laadtoestand van minimaal 50 % (2 balken) is bereikt.
de afgenomen stroom over langere tijd kleiner is dan de laadstroom
de laadduur langer wordt en daardoor de veiligheidsuitschakeling misschien
wordt geactiveerd.
Motor afzetten, contact uitschakelen, alle stroomverbruikers uitschakelen
Een lamp van de interieurverlichting inschakelen (ca. 2-15 W)
Keuzeschakelaar in de juiste stand zetten
Laadkabel op de juiste wijze op de poolklemmen van het voertuig aansluiten
Het apparaat op het stroomnet aansluiten
Nederlands
73