IKEA FORSNAS Bedienungsanleitung Seite 141

NEDERLANDS
Accessoires
Afvoerfilter
1x
Bediening
Bedieningspaneel
A B
A Aan-/Uitknop
B Temperatuurinstelknop
1 2 °C-indicator
2 4 °C-indicator
3 6 °C-indicator
4 Superkoelstandindicator
Opmerking: Gebruik geen scherpe voorwerpen om het
bedieningspaneel te bedienen. Deze kunnen krassen op
het bedieningspaneel maken of het beschadigen.
Inschakelen
Zodra u de stekker in het stopcontact steekt, wordt
het apparaat ingeschakeld en begint het te werken.
Display
•
Nadat u de stekker in het stopcontact hebt
gestoken, klinkt er een geluid en gaan alle
indicatorlampjes 3 seconden lang branden. Daarna
gaan alle lampjes uit, behalve de 4 °C -indicator (
en begint de compressor te draaien.
•
Bij een bekende storing knipperen de
desbetreffende indicatorlampjes.
Indicatorstatus
De 2 °C and 4 °C indicators
( 1 en 2 ) knipperen.
De 2°C and
superkoelstandindicators
( 1 en 4 ) knipperen.
De 2 °C and 6 °C indicators
( 1 en 3 ) knipperen.
De 4 °C and
superkoelstandindicators
2 4
( en ) knipperen.
Opmerking: Als er een knipper storing is, bel dan het
servicecentrum.
1 2 3 4
Fout
Storing
temperatuursensor
koelkast
Storing
temperatuursensor
omgeving
Storing van de ontdooi-
temperatuursensor van
de koelkast
Communicatiestoring
De temperatuur Instellen
Aanbevolen temperatuur: +4 °C (fabrieksinstelling)
•
U kunt de temperatuur van het
koelkastcompartiment instellen met het
bedieningspaneel.
• Wanneer het apparaat voor het eerst wordt
aangesloten, wordt de temperatuur ingesteld op
4 °C. Wanneer u het apparaat opnieuw aansluit of
inschakelt, wordt de laatst ingestelde temperatuur
hersteld.
Om de temperatuur in te stellen, drukt u een of
meerdere keren op de temperatuurinstelknop
totdat de indicator voor de gewenste ingestelde
temperatuur oplicht. Na 5 seconden blijft de indicator
branden en na 15 seconden werkt het apparaat
volgens de nieuwe ingestelde temperatuur.
Opmerking: Als de stroom uitvalt tijdens de eerste
30 minuten, dan zal het apparaat terugkeren naar de
vorige instelling.
2 °C 4 °C
Tips:
•
Hoe lager de ingestelde temperatuur, des te langer
u uw voedsel veilig kunt bewaren en hoe meer
2 )
elektriciteit het apparaat verbruikt.
•
Hoe hoger de ingestelde temperatuur, des te
sneller uw opgeslagen voedsel bederft en hoe
minder elektriciteit het apparaat verbruikt.
Superkoelstand
Opmerking: De superkoelfunctie is speciaal
ontworpen om net geplaatst voedsel in het
koelkastcompartiment snel te koelen. Als u een
aanzienlijke hoeveelheid warm voedsel hebt, zoals
na het boodschappen doen, dan is het aan te raden
om de superkoelfunctie te aan te zetten. Op die
manier kunt u de producten snel laten afkoelen
en de temperatuurstijging verminderen, waardoor
alle andere voedingsmiddelen in de koelkast langer
houdbaar blijven.
•
Om het apparaat in de superkoelstand te
zetten, drukt u een of meerdere keren op de
temperatuurinstelknop
de superkoelstand oplicht. Het apparaat schakelt
na 15 seconden over naar de superkoelstand.
6 °C Superkoelstand
totdat de indicator voor
B
141
B