Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
3. Afmetingen
Maten in mm (afb. D1)
4. Installatie
Het volgende in acht nemen:
•
bijv. VDE 0100
•
EN 806
•
Bepalingen van de plaatselijke energie- en waterbedrijven
•
Technische gegevens en gegevens op het typeplaatje
•
Uitsluitend geschikt en onbeschadigd gereedschap gebruiken
Montageplaats
•
Installeer het apparaat alleen in een vorstvrije ruimte. Het mag nooit worden blootgesteld
aan vorst.
•
Het apparaat is ontworpen voor wandmontage en moet verticaal worden geïnstalleerd met
wateraansluitingen aan de onderkant.
•
Als alternatief kan het apparaat horizontaal worden gemonteerd met wateraansluitingen aan
de linkerkant of plat aan het plafond hangend.
•
Het apparaat voldoet aan beschermingsklasse IP21 en mag volgens VDE 0100 deel 701
(IEC 60364-7) alleen in het beschermingsgebied 3 geïnstalleerd worden.
•
Om warmteverlies te voorkomen, moet de afstand tussen de doorstroomwaterverwarmer en
de kraan zo klein mogelijk zijn.
•
Het apparaat moet toegankelijk zijn voor onderhoudswerkzaamheden.
•
Kunststofleidingen mogen alleen worden gebruikt wanneer deze voldoen aan DIN 16893
regel 2. De warmwaterleidingen moeten geïsoleerd zijn.
•
De specifieke waterweerstand moet bij 15 °C minimaal 1100 Ω cm bedragen. De specifieke
waterweerstand kan worden opgevraagd bij uw waterleverancier.
•
Installeer het apparaat niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen oppervlakken om een
betrouwbare radioverbinding en een optimaal radiobereik te garanderen.
•
Bij verticale of horizontale montage in een inbouwkast dient deze een inhoud te hebben van
minimaal 50 liter voor ventilatie.
•
Bij installatie boven het hoofd of in een verlaagd plafond moet er een ruimte zijn met een
volume van minimaal 300 liter voor ventilatie (bijvoorbeeld 1 m × 1 m × 0,3 m).
•
Bovendien moet aan minimaal twee apparaatzijden een afstand van minimaal 5 cm worden
aangehouden.
•
Bij gebruik van metalen afdekkingen voor het apparaat moet een afstand van minimaal 1 cm
tot het bedieningspaneel worden aangehouden.
Toestel bevestigen
1. Spoel voordat u het toestel installeert de watertoevoerleidingen grondig door om vuil uit de
leidingen te verwijderen.
2. Houd het toestel tegen de wand en markeer boven, onder, rechts en links het uiteinde van
de boorlijnen bij de kleine uitsparingen aan de rand van de behuizing (afb. D2).
Belangrijk: Als de wateraansluitleidingen al stevig op hun plaats zijn gemonteerd, moet het
afdichtvlak van de apparaataansluitingen tot aan het afdichtvlak van de aansluitleidingen reiken,
zodat de markeringen zich op de juiste hoogte bevinden.
3. Trek een verticale rechte lijn tussen de bovenste en de onderste markeringen (A–A) (afb.
D3).
4. Trek een horizontale rechte lijn tussen de rechter- en de linkermarkeringen (B–B) (afb. D3).
5. De snijpunten van de lijnen komen overeen met de boorpunten.
6. Boor de gaten met een 6 mm-boor. Zet de pennen op hun plaats en maak de schroeven vast.
De schroeven moeten 20 mm uitsteken (afb. D4).
7. Hang het apparaat in de ophangopeningen en druk het zachtjes naar beneden (afb. D5).
8. Draai vervolgens alle schroeven vast om het apparaat tegen wegglijden te beveiligen.
Waterleidingen aansluiten
•
Schroef de koudwaterleiding met de wartelmoer en de 1/2-duim-afdichting op de koudwa-
teraansluiting van het apparaat (afb. D6).
•
Schroef de warmwaterleiding met de wartelmoer en de 1/2-duim-afdichting op de warmwa-
teraansluiting van het apparaat (afb. D6).
•
Draai ventiel "a" naar positie "1" (afb. G1).
Meer informatie is te vinden in de online bedienings- en montage-
instructies. Volg de onderstaande link of gebruik de QR-code met uw
smartphone of tablet.
https://www.clage.de/links/gma/ISX-GMA-9120-34486
27
CLAGE
NL
Werbung
