Hach TenSette plus Benutzerhandbuch Seite 62

1. Selecteer Program > Edit (programma > bewerken). Selecteer vervolgens met de scroltoets Mix
+ Pipette (pipetteren en tellen) en bevestig met OK.
2. Selecteer het gewenste volume met de scroltoets en bevestig met OK.
3. Selecteer de gewenste pipetteersnelheid.
4. Selecteer vervolgens het maximale aantal keer pipetteren; de standaardwaarde is 999.
Opmerking: Na het maximale aantal keer pipetteren, wordt de teller naar nul teruggesteld. U kunt de teller op
elk gewenst terugstellen naar nul door op de scroltoets omlaag > OK te drukken; scroltoets omhoog > OK.
6.6.3 Seq. steppermodus
De sequentiële steppermodus maakt een seriële dosering van verschillende volumes mogelijk (bij de
normale stapsgewijze dosering betreft het een vast volume).
1. Selecteer Program > Edit (programma > bewerken). Selecteer vervolgens met de scroltoets Seq
+ Stepper (sequentiële steppermodus) en bevestig met OK.
2. Selecteer eerst met de scroltoets het aantal doseringen (maximaal 20) en bevestig met OK. VOL
1 wordt weergegeven en het hoogste volume knippert.
3. Selecteer het eerste volume met de scroltoets en bevestig met OK. Nu wordt VOL 2
weergegeven en het hoogste volume knippert.
4. Selecteer het tweede volume met de scroltoets en bevestig met OK. Nadat u het laatste volume
hebt geselecteerd, wordt het totale volume weergegeven op het display en knippert de
opzuigsnelheid. Selecteer de pipetteersnelheden. De pipet is nu gereed voor pipetteren.
5. Vul een schoon reagensreservoir met de vloeistof die moet worden gedoseerd.
6. Dompel de tip in de vloeistof in het reservoir en druk op de drukknop. De tip wordt gevuld en het
eerste volume wordt weergegeven.
7. Verwijder de tip uit de vloeistof en tik deze tegen de rand van het reservoir om overtollige
vloeistof te verwijderen.
8. Druk op de drukknop om het eerste volume af te leveren. Op het display wordt het volgende
volume weergegeven.
9. Ga door met doseren door stap 3 te herhalen. Na de laatste stap wordt Blowout (uitblazen)
weergegeven.
10. Druk op de drukknop om de tip volledig te legen.
11. Vervang de tip en ga verder met pipetteren.
Opmerking: U kunt de pipet op ieder gewenst moment legen door op Cancel (annuleren) te drukken (linker
selectietoets, raadpleeg
6.6.4 Mengen + verdunnen
1. Selecteer Program > Edit (programma > bewerken). Selecteer vervolgens met de scroltoets Mix
+ Dilute (mengen en verdunnen) en bevestig met OK.
2. Selecteer het eerste volume door op de scroltoets omhoog of omlaag te drukken.
3. Bevestig het volume met OK.
4. Selecteer het tweede volume (VOL 2) met de scroltoets en bevestig met OK.
5. Selecteer de pipetteersnelheid.
6. Vul een schoon reagensreservoir met de vloeistof die moet worden gedoseerd.
7. Dompel de tip in de eerste vloeistof in het reservoir en druk op de drukknop. De tip zuigt het
eerste volume aan. Air (lucht) wordt weergegeven.
8. Verwijder de tip uit de vloeistof en tik deze tegen de rand van het reservoir om overtollige
vloeistof te verwijderen. Druk nogmaals op de drukknop om de luchtbuffer te verwijderen.
9. Dompel de tip in de tweede vloeistof en druk op de drukknop. De tip zuigt het tweede volume
aan.
10. Haal de tip uit de vloeistof.
11. Druk op de drukknop om beide volumes af te leveren. Mix (mengen) wordt weergegeven.
62 Nederlands
Afbeelding 3 op pagina 58).