Controllerlampjes - Jacobsen 67963 – LF 4677 Handbuch

5.2

CONTROLLERLAMPJES ____________________________________________________

De controller is een halfgeleiderapparaat dat de elektrische
functies controleert en bestuurt. De controller ontvangt
ingangssignalen (inputs) van schakelaars en sensors die op
diverse plaatsen in de machine zijn aangebracht, en brengt
uitgangssignalen (outputs) over om relais, elektromagneten
en waarschuwingslampjes te bedienen. Het apparaat
controleert timers en stelt deze terug, en bevat ingebouwde
logische schakelingen om bepaalde machinefuncties te
besturen.
Ieder ingangs- en uitgangssignaal wordt getoond via
lampjes bovenaan de
ingangsschakelaar geeft een actief circuit aan en laat een
Lampje aan - circuit is actief
Lampje uit - circuit is inactief
Lampje
1 Programma actief (alleen 5 gang)
Programma actief - geeft aan dat controller voeding
2, 3
ontvangt
4
Contactschakelaar in "start" positie
5
Neutrale startschakelaar - tractiepedaal in neutraalstand
6
Remschakelaar - rem ingeschakeld
7
Zittingschakelaar - bestuurder is gezeten
8 Achteruitdraaischakelaar - Stand Achteruit
9
Kruissnelheidsregelschakelaar - uit - pen 1 (optie)
10 Kruissnelheidsregelschakelaar - aan - pen 2 (optie)
11
Vlotterschakelaar hydrauliekoliepeil
12
Alarmschakelaar hydrauliekoliepeil
13
Motoroliedrukschakelaar
16
Hefbegrenzerschakelaar - linkerkant (alleen 7 gang)
17
Hefbegrenzerschakelaar - Links voor
18
Hefbegrenzerschakelaar - Rechts voor
19
Hefbegrenzerschakelaar - rechterkant (alleen 7 gang)
20
Joystick - linkerkant (alleen 7 gang)
21 Joystick - rechterkant (alleen 7 gang)
22
Joystick - omlaag
23
Joystick - omhoog
24 Linkerkant maaischakelaar - Vooruit (alleen 7 gang)
25
Middelste maaischakelaar - Vooruit
26 Rechterkant maaischakelaar - Vooruit (alleen 7 gang)
Linkerkant maaischakelaar - Achteruit (alleen 7 gang)
27
28
Middelste maaischakelaar - Achteruit
29 Rechterkant maaischakelaar - Achteruit (alleen 7 gang)
Inactieve lampjes - 5 Gang- 14, 15, 16, 19, 20, 21, 24, 26, 27, 29, 30, 37, 39, 41, 42, 45, 46, 47, 48 (niet gebruikt)
Inactieve lampjes - 7 Gang - 1, 14, 15, 30, 41, 48 (niet gebruikt)
controller. Een gesloten
Controllerfuncties per lampjesnummer
INPUTS
Circuit
FOUTOPSPORING
lampje branden, terwijl een open schakelaar een inactief
circuit aangeeft en een lampje laat uitgaan. De outputs zijn
actief wanneer de lampjes branden.
Het is belangrijk om te onthouden dat een lampje of groep
van lampjes in sommige gevallen aan of uit moet zijn om
een toestand te effectueren. Bijvoorbeeld, om de tractor te
starten moet de maaischakelaar in de UIT-stand staan
(lampjes 25, 28, 38 uit) terwijl de neutrale startschakelaar
(lampje 5), remschakelaar
brandstofklephoudspoel (lampje 34) in de AAN-stand
moeten staan.
OUTPUTS
Lampje
31 Gloeibougierelais & indicator - gloeibougie aan
32 Lichttest
33 Startrelais & indicator
34 Brandstofklephoudspoel
35 Claxon
36 Waarschuwingslampje hydrauliekoliepeil
37 Linkerkant maaischakelaar - signaal actief (alleen 7 gang)
38 Middelste maaischakelaar - signaal actief
Rechterkant maaischakelaar - signaal actief (alleen 7
39
gang)
40 Kruissnelheidsregelklep/licht (optie)
42 Hefklep - Middelste achter maaier (alleen 7 gang)
43 Hefklep - omlaag
44 Hefklep - omhoog
45 Hefklep - Linkerkant maaier (alleen 7 gang)
46 Hefklep - Voor maaier (alleen 7 gang)
47 Hefklep - Rechterkant maaier (alleen 7 gang)
(lampje 6) en
Circuit
nl-25
5
de