Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
2
BEDIENINGSELEMENTEN
2.4
WAARSCHUWINGEN VOOR DE BESTUURDER_________________________________
De
elektronische
machinesystemen
en
waarschuwingslampjes om de bestuurder te attenderen op
omstandigheden die onmiddellijke aandacht vereisen.
Wanneer een dergelijke waarschuwing wordt gegeven, volg
dan de algemene richtlijnen die in onderstaande tabel zijn
vermeld en voer specifieke acties uit op aanwijzing van de
plaatselijke opzichter of servicemanager.
Testen van het alarmsysteem:
Zet
de
contactschakelaar
(GEACTIVEERD). Alle lampjes gaan gedurende klinkt
gedurende een seconden of meerder en een alarm klinkt.
Dit systeem controleert:
1.
Het hydrauliekoliepeil.
2.
De motoroliedruk.
3.
De temperatuur van het motorkoelmiddel.
4.
Het hydraulisch oliefilter.
5.
De accuspanning.
6.
Activering van zowel de rem als het tractiepedaal.
Waarschuwing
1.
Hydraulische vloeistofpeil – een
alarm klinkt en het waarschuwings-
lampje hydraulische vloeistof gaat
branden. De hydraulische vloeistof
bevindt zich onder het aanbevolen
niveau.
2. Motoroliedruk - een alarm klinkt
en
het
waarschuwingslampje
oliedruk gaat branden. Oliedruk is
te laag.
3. Motorkoelmiddeltemperatuur-
Een
alarm
motorkoelmiddel-temperatuur is te
hoog.
4. Hydraulisch
oliefilter
waarschuwingslichtje oliefilter gaat
branden.
5. Accuspanning
waarschuwingslampje
accuspanning gaat branden.
6. Rijden met de rem inge-schakeld
- Het alarm gaat af.
nl-12
controller
bewaakt
gebruikt
een
geluidsalarm
in
de
RUN-stand
Stop de maaier onmiddellijk, laat de hulpstukken neer en zet de motor stil. Voer
een visuele inspectie van de machine uit op duidelijke tekenen van lekkage rond
aansluitingen, in slangen en hydraulische onderdelen. Breng de maaier naar een
servicefaciliteit voor onderhoud/reparatie.
VOORZICHTIG: hydraulische vloeistof staat onder druk. Na het stilzetten van
de motor dient de vloeistof eerst af te koelen voordat het peil wordt
gecontroleerd of de hydraulische tank met olie wordt bijgevuld.
Stop de maaier onmiddellijk, laat de hulpstukken neer en zet de motor stil.
Inspecteer het oliepeil in de motor. Als het lampje blijft branden terwijl het oliepeil
bevredigend is, sleep of vervoer de maaier dan met uitgeschakelde motor naar een
servicefaciliteit. Zolang dit waarschuwingslampje brandt, mag NOOIT worden gestart,
aangezien ernstige beschading van de motor hiervan het gevolg kan zijn.
Stop de maaier onmiddellijk, laat de hulpstukken neer en zet de motor stil.
klinkt.
De
Verwijder afval zoals bladeren en grasknipsel waardoor de luchtstroming door het
achterscherm op de kap en het gedeelte tussen de radiateur en de oliekoeler wordt
belemmerd. Als de motortemperatuur te hoog blijft, breng de maaier dan naar een
servicefaciliteit.
VOORZICHTIG: het motorkoelmiddel staat onder druk. Na het stilzetten van
de motor moet de vloeistof eerst voldoende afkoelen voordat het peil wordt
gecontroleerd en koelmiddel aan de radiateur wordt toegevoegd.
–
het
Breng de maaier zo spoedig mogelijk naar een servicefaciliteit. Vervang de
hydraulische oliefilters.
-
Het
Breng de maaier zo spoedig mogelijk naar een servicefaciliteit. Inspecteer de
voor
de
accu en het acculaadsysteem.
Schakel de parkeerrem uit, of haal uw voet van het pedaal af. Als u doorgaat met
de bewerking als zowel het rempedaal als het tractiepedaal zijn ingeschakeld, zal de
motor in 10-60 seconden afslaan, afhankelijk van hoe het pedaal is ingeschakeld.
vitale
en
3
1
5
Actie
2
4
LF004
Afb. 2C
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
Fehlerbehebung
