4.7.2.
Remhendels afstellen
Kunt u niet goed bij de remhendels, dan kunt u deze afstellen:
1.
Draai één van de schroeven van de remgreep iets los tot de remhendel 16
bewegen.
2. Draai de remgreep tot deze in een hoek staat waar u gemakkelijk bij kunt.
3. Draai de schroef van de stuurklem van de remhendel vast.
Optioneel: Om de remhendels ook met kleinere handen goed te kunnen bedienen, kunt
4
u de afstand tussen de remhendel en het handvat verkleinen door de stelschroef van de
remhendels met de klok mee aan te draaien.
VOORZICHTIG
6
Ҍ Na het aanpassen van de remhendels is het belangrijk om te controleren of de remmen nog
goed functioneren. Als u de hendel helemaal tot het handvat kunt indrukken, staat de rem
niet strak genoeg afgesteld en werkt de rem niet optimaal.
Ҍ Raadpleeg uw dealer voor het correct afstellen van de remhendels.
Figuur 18 - Remhendel afstellen voor kleinere handen met de stelschroef.
4.7.3. Verlichting afstellen
Het achterlicht is onder een vaste hoek gemonteerd en hoeft u niet af te stellen. Het voorlicht
kunt u op en neer kantelen om de juiste hoek te bereiken.
Kantel het voorlicht 9 zo, dat de lichtstraal zo ver mogelijk vooruit, maar wel op de grond straalt
zodat u zoveel mogelijk wegdek voor u ziet, zoals aangegeven in Figuur 19.
VOORZICHTIG
6
Stel uw voorlicht niet zó hoog af dat u tegenliggers in de ogen schijnt, anders kunt u de
tegenligger verblinden en verblinding kan tot gevaarlijke situaties of ongelukken leiden.
om het stuur kan
25
NL