8
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om het positienummer te
kiezen en druk daarna op
b.
Voor nadere bijzonderheden over een
nieuwe naamgeving van het
positienummer, zie "Naamgeving van
ingangsbronnen" (zie blz. 91).
9
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om "Manual Setup" te
kiezen, en druk daarna op
b.
10
Druk op de toets OPTIONS en
kies daarna "Speaker Pattern".
72
NL
Kies de "Speaker Pattern" die
overeenkomt met het gebruikte
luidsprekersysteem. Na uitvoeren van de
of
functie "Auto Calibration" hoeft u geen
luidsprekeropstelling te kiezen.
11
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om de gewenste
luidsprekeropstelling te kiezen.
12
Druk op de toets OPTIONS.
13
Druk herhaaldelijk op de
navigatietoetsen V/v om "Test
Tone" te kiezen en druk daarna
op
De testtoon is achtereenvolgens via elke
luidspreker hoorbaar.
U kunt een type testtoon selecteren. Voor
nadere bijzonderheden, zie "Beschikbare
menuparameters van de Auto Calibration-
of
instellingen" (zie blz. 75).
14
Selecteer de luidspreker die u
wilt bijregelen met behulp van
V/v.
Tips
• Om het volumeniveau van alle luidsprekers
tegelijk in te stellen drukt u op de toets
MASTER VOL +/–.
• De instelwaarde wordt tijdens de bijregeling
op het display afgebeeld.
15
Druk herhaaldelijk op de
navigatietoetsen V/v om "OFF"
te kiezen en druk daarna op
De testtoon verdwijnt dan.
Als er geen weergave is van de
testtoon via de luidsprekers
• De luidsprekerkabels zijn eventueel niet
goed aangesloten. Controleer of ze stevig
aangesloten zijn en niet, na een lichte ruk,
los kunnen schieten.
• Er kan kortsluiting in de luidsprekerkabels
zijn.
.
.