Sony STR-DA5200ES Bedienungsanleitung Seite 159

Naam Functie
C Beeld-/
Druk op een van de toetsen om
geluids- het gewenste apparaat te kiezen.
bronkeuze- Door een druk op een van de
toetsen
beeld-/geluidsbronkeuze-
toetsen wordt de receiver
ingeschakeld. De toewijzing
van de toetsen voor de
bediening van Sony-apparatuur
is door de fabrikant als volgt
ingesteld. De toewijzing van de
toets kan veranderd worden
door uitvoering van het
stappenplan in "De
toetstoewijzing veranderen
(alleen voor de RM-AAU009)"
op blz. 125.
Toets
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
DVD
TV/SAT
TAPE/
CD-R
Minidiscre-
corder/DAT-
cassettedeck
SA-CD/CD Cd-speler/super-audio-
TUNER*
SOURCE
* De instelling kan niet gewijzigd
worden.
D MUTING
Druk op de toets om het geluid
te dempen.
E MASTER
Druk op de toetsen om het
VOL +/– volumeniveau in alle kijk-/
luisterruimtes in te stellen.
F RM SET UP
Druk op de toets om de
categorie van de toetsen te
wijzigen.
Toegewezen Sony-
apparatuur
Videorecorder (VTR
modus 3)
Videorecorder (VTR
modus 1)
Videorecorder (VTR
modus 2)
Dvd-speler
Televisietuner
Cassettedeck B
Minidiscrecorder
cd-speler
Ingebouwde tuner
De huidige gekozen
beeld-/geluidsbron
voor de eerste receiver
Naam Functie
G RM SET UP-
Gaat branden bij de overdracht
aanduiding van data of als de
toetstoewijzing van de
afstandsbediening
geprogrammeerd wordt.
Bediening van de apparatuur
aangesloten op de eerste receiver
vanuit de 2e of 3e kijk-/
luisterruimte
Naam Functie
H Bedienings
De volgende tabel geeft een
-toetsen* beschrijving van de functie van
de toetsen.
Toets(en) Functie
N
n
X
x
./>
m/M
I CH/
Druk herhaaldelijk op de
PRESET/ toetsen om een
D.SKIP voorkeurszender of -kanaal te
+/–*
kiezen. Druk op de toets om, bij
gebruik van een cd-wisselaar,
een disc over te slaan.
* Ieder keer als er op de beeld-/geluidsbronkeuze-
toetsen C gedrukt wordt, verandert de functie
van deze toetsen automatisch. Bovenstaande
omschrijving is slechts een voorbeeld.
Afhankelijk van het apparaat is bovenstaande
bediening eventueel niet mogelijk of kan
verschillen van wat hier beschreven is.
Voor het starten van de
weergave. (Weergave
van de voorzijde van de
cassette starten.)
Weergave van de
achterzijde van de
cassette starten.
Pauzestand voor
weergave en opname,
en de opname starten
als het apparaat in de
opnamepauzestand
staat.
Voor het stoppen van
de weergave.
Voor het overslaan van
tracks.
Achterwaarts/
voorwaarts gaan.
15 NL