Over het instellen van de
subwoofer
• Als een subwoofer is aangesloten, schakelt u
de subwoofer in en verhoogt u het
volumeniveau van tevoren. Draai de
VOLUME-knop tot vlak voor de
middenstand.
• Als de aangesloten subwoofer is voorzien
van een kantelfrequentiefunctie, moet u
hiervoor de maximale waarde instellen.
• Als de aangesloten subwoofer is voorzien
van een functie voor automatische stand-by,
moet u deze functie uitschakelen.
Opmerking
Afhankelijk van de eigenschappen van de gebruikte
subwoofer, kan de instelwaarde van de afstand
groter zijn dan de daadwerkelijke waarde.
De receiver als voorversterker
gebruiken
U kunt de functie "Auto Calibration" uitvoeren
als de receiver gebruikt wordt als
voorversterker.
In dat geval kan de op het display afgebeelde
waarde van de afstand verschillen van de
daadwerkelijke waarde. Dit levert echter geen
problemen op als u deze waarde met de
receiver blijft gebruiken.
Een "Auto Calibration" uitvoeren
Met de functie "Auto Calibration" kunt u het
volgende meten:
• Of de luidsprekers wel of niet aangesloten
a)
zijn
• Polariteit van de luidsprekers
• De afstand van elke luidspreker tot de
b)
luisterpositie
• Plaatsingshoek van de luidspreker
• Grootte van de luidspreker
• Niveau van de luidspreker
44
NL
b)
b)
• Frequentiekarakteristieken
a) Deze receiver corrigeert alleen de signalen voor
de middenluidspreker en subwoofer door middel
van analoog downmixen als MULTI IN is
geselecteerd. Het corrigeren werkt niet voor
andere luidsprekers.
b) Het meetresultaat wordt niet gebruikt wanneer
MULTI IN is geselecteerd.
c) • DTS 96/24-signalen worden altijd
weergegeven als 48 kHz wanneer de signalen
worden gecorrigeerd.
• Het meetresultaat wordt niet gebruikt in de
volgende gevallen.
–Als MULTI IN is gekozen.
–Als de functie "2ch Analog Direct" wordt
gebruikt (zie blz. 112).
–Als ingangssignalen met een
bemonsteringsfrequentie hoger dan 96 kHz
worden ontvangen.
1
Kies het instelmenu (zie
blz. 39).
De Settings-menulijst wordt op het
televisiescherm afgebeeld.
c)
2-6