•
De hoeveelheid medicatie die de pomp
bevat.
•
De snelheid waarmee de pomp de
medicatie afgeeft.
•
Het aantal doseringswijzigingen dat in uw
behandelingsvoorschrift is opgenomen.
•
De concentratie van de medicatie die u
ontvangt.
Gewoonlijk krijgt u tijdens een
vervolgafspraak een injectie door uw huid
heen in de pomp om het geneesmiddel in de
pomp bij te vullen. De arts of
verpleegkundige controleert eveneens de
pomp en stelt zo nodig het
behandelingsvoorschrift bij. Bespreek
signalen en symptomen van over- en
onderdosering van geneesmiddel met uw arts
of verpleegkundige.
8637 2020-05-01 Nederlands
225