Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Werzaamheden - Toshiba RAV-GM1101ATP-E Installationsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RAV-GM1101ATP-E:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 56
Gaslekcontrole
Gebruik een lekdetector die bestemd is voor HFC-koelmiddelen
(R32, R410A, R134a enz.) om de R32-gaslekcontrole uit te voeren.
* Lekdetectoren voor conventionele HCFC-koelmiddelen (R22
enz.) kunnen niet gebruikt worden omdat de gevoeligheid tot
ongeveer 1/40 zakt wanneer deze gebruikt worden voor een HFC-
koelmiddel.
R32 heeft een hoge werkingsdruk. Als de installatiewerkzaamheden
dus niet correct uitgevoerd werden, kan dit gaslekken veroorzaken
(bv. wanneer de druk tijdens de werking oploopt). Controleer de
leidingverbindingen altijd op luchtdichtheid.
De leidingen isoleren
Tijdens het koelen zal de temperatuur zowel aan
de vloeistofzijde als aan de gaszijde laag zijn. Om
condensatie te voorkomen, moet u de leidingen aan
deze zijden dus isoleren.
Isoleer de leidingen aan de vloeistofzijde en
gaszijde afzonderlijk.
Volg voor het isoleren van de vertakkingsleidingen
de instructies in de installatiehandleiding die bij de
kit met vertakkingsleidingen geleverd is.
31-NL
Inspectielocaties van de binnenunit
(leidingverbindingen)
Koelmiddelleiding
Leidingen kant binnenunit
Inspectielocaties van de buitenunit
VEREISTE
Gebruik aan de gaszijde isolatiemateriaal dat bestand is
tegen temperaturen van meer dan 120 °C. Deze leiding
wordt immers uiterst heet tijdens het verwarmen.
7

Elektrische werzaamheden

WAARSCHUWING
1
Gebruik de opgegeven draadsoorten en
zorg ervoor dat u deze draden correct
aansluit en stevig vastzet, zodat een
belasting van buitenaf op de bedrading het
verbindingsgedeelte van de aansluitingen
niet beschadigt.
Een foute verbinding of bevestiging kan brand en
andere problemen veroorzaken.
2
Sluit de aardekabel zorgvuldig aan. (aarden)
Onjuiste aardaansluitingen kunnen
elektrische schokken veroorzaken.
Verbind aardedraden niet met een gasleiding,
waterleiding, bliksemafleider of
telefoonaardedraad.
3
Het apparaat moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de landelijke regelgeving
voor elektra en bedrading.
Onvoldoende capaciteit van het voedingscircuit of
een niet volledige installatie kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
LET OP
• Voor de voedingsaansluiting van deze airconditioner
moet een installatiezekering gebruikt worden.
• Door foutieve of onvolledige bedrading kan
elektrische brand of rook ontstaan.
• Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit voor de
airconditioner.
• Dit product kan aangesloten worden op de
netvoeding.
Vaste draadverbindingen:
De aanwezige, vaste draadverbinding moet een
schakelaar hebben waarmee alle polen worden
ontkoppeld en met een contactscheiding van ten
minste 3 mm.
• Gebruik beslist de bij dit systeem geleverde
snoerklemmen.
• Beschadig de geleiderdkern of de binnenste isolatie
van de stroomdraden en systeemverbindingsdraden
niet wanneer u de buitenste isolatie verwijdert.
• Gebruik stroomdraad en systeemverbindingsdraden
met de gespecificeerde dikte, van het gespecificeerde
type en voorzien van de vereiste
beschermingsvoorzieningen.
– 16 –
• Verwijder het onderhoudspaneel voor toegang tot de
elektrische onderdelen aan de voorkant.
• U kunt een doorvoerpijp door het gat voor de
bedrading plaatsen. Indien het gat te klein is voor de
bedradingspijp, boor het gat dan tot het vereiste
formaat.
• Zet de stroomdraden en systeemverbindingsdraden
met band vast langs de verbindingsleiding zodat
deze geen contact met de compressor of
afvoerleiding kunnen maken.
(De compressor en afvoerleiding worden namelijk
heet.)
Schroeven
Afdekking van de
elektrische controlekast
Onderhou
dspaneel
Snoerklem
Pijpgat
Bedrading tussen de
binneneenheid en de
buiteneenheid
De gestippelde lijnen tonen de ter plekke te maken
verbindingen.
(systeemverbindingsd
(Hoofdcircuit)
raden)
L
1
1
Ingangsvermogen
N
2
2
Afstandsb
3
3
ediening
Buitenunit
Binnenunit
Aarding
Circuitonderbreker
• Sluit de systeemverbindingsdraden aan op de
overeenkomende aansluitnummers op het
aansluitingenblok van elke eenheid.
Een onjuiste aansluiting kan storingen veroorzaken.
EN
ID
ID
32-NL

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis