Firmware-Update; Vliegstanden, Functies En Waarschuwingen - DJI MATRICE 30 Serie Haftungsausschluss Und Sicherheitsvorschriften

beschikt om de drone goed te kunnen besturen.
6. Zorg er vóór elke vlucht voor dat het geluid van de afstandsbediening is
ingeschakeld in DJI Pilot2 en pas het volume aan zodat de aanwijzingen en
waarschuwingen tijdens de vlucht duidelijk hoorbaar zijn.
7. Voor het gebruik van de app gelden de gebruiksvoorwaarden voor DJI Pilot2
en het privacybeleid van DJI. Lees ze aandachtig door in de app.

Firmware-update

Neem de volgende regels in acht om botsingen, ernstig letsel en materiële
schade te voorkomen:
1. Zorg ervoor dat de drone ver weg is van drukte of is opgevouwen bij het
bijwerken van de firmware om veiligheidsrisico's te voorkomen.
1. Zorg er voor de veiligheid voor dat je de nieuwste firmwareversie gebruikt.
2. Er verschijnt een melding wanneer er een nieuwe firmware-update beschikbaar
is. Je bent verplicht de weergegeven informatie te lezen en te begrijpen. De
drone en de verbonden afstandsbediening werken de firmware bij nadat de
gebruiker akkoord gaat. De firmware wordt niet bijgewerkt, tenzij de gebruiker
ervoor kiest om dit te doen.*
3. Zorg ervoor dat je ook de firmware van de afstandsbediening bijwerkt tot de
laatste versie als de firmware van de drone is bijgewerkt.
* Zorg ervoor dat u Device Update in Data and Privacy (Apparaatupdate in
gegevens en privacy) linksboven op het startscherm van DJI Pilot2 inschakelt.
Anders wordt de nieuwste firmwareversie niet gedownload en bijgewerkt.
SDK
1. Vo o rd a t j e d e D J I S D K g e b r u i k t , m o e t j e a k k o o rd g a a n m e t d e
gebruiksvoorwaarden van de DJI SDK en het privacybeleid van DJI. Deze
gebruiksvoorwaarden en dit privacybeleid beperken enkele wettelijke
verantwoordelijkheden van DJI. Lees ze zorgvuldig door op https://developer.
dji.com/policies/.

Vliegstanden, functies en waarschuwingen

Veiligheid in één oogopslag
Neem de volgende regels in acht om botsingen, ernstig letsel en materiële
schade te voorkomen:
1. Zorg ervoor dat je niet onder invloed van alcohol, drugs of verdoving bent,
en dat je niet lijdt aan duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid of andere
aandoeningen, hetzij lichamelijk of geestelijk, die nadelige gevolgen kunnen
hebben voor je geschiktheid om de drone veilig te besturen.
2. Bij de landing schakel je de drone uit en vervolgens schakel je de
afstandsbediening uit.
3. Laat geen gevaarlijke ladingen vallen, lanceer ze niet, steek ze niet in brand
of projecteer ze niet op gebouwen, personen of dieren, vermijd elke actie
die persoonlijk letsel of schade aan eigendommen kan veroorzaken.
4. Gebruik GEEN drone die is gecrasht of betrokken is geweest bij een
botsing of een drone die niet in goede staat verkeert voordat je assistentie
vraagt aan DJI Support of een erkende DJI-dealer.
5. Zorg ervoor dat je voldoende getraind bent na het lezen van de
gebruikershandleiding en dat je vertrouwd bent met toepassingen zoals
noodpauze, uitvalbeveiliging en RTH.
6. Om de motoren tijdens het vliegen te stoppen, trek je beide joysticks van
de afstandsbediening omlaag naar de onderste binnenhoek of de onderste
buitenhoek en houd je deze daar twee seconden vast. Als je de motoren
tijdens het vliegen uitschakelt, zal de drone neerstorten. De motor mag
gedurende de vlucht alleen worden stopgezet wanneer de vluchtcontroller
een kritieke fout detecteert.
76
7. Stel voor elke vlucht een geschikte hoogte voor uitvalbeveiliging in die de
hoogte boven de opstijgpositie is en zorg ervoor dat deze hoogte hoger is
dan een obstakel in het werkgebied.
8. De uitvalbeveiligingsactie is hoe de drone zich zal gedragen als deze de
verbinding verliest met de afstandsbediening. De uitvalbeveiligingsactie
kan niet worden geannuleerd zonder opnieuw verbinding te maken met de
afstandsbediening, maar als de drone tijdens deze periode in de modus
voor lage accuspanning komt, kan Smart RTH worden uitgevoerd. De
standaard faalveilige actie voor een handmatige vlucht is RTH.
9. Stel de hoogte- en afstandslimiet in volgens het werkgebied en de lokale
voorschriften. De drone kan niet hoger vliegen dan de hoogtelimiet, dus
zorg ervoor dat je de hoogtelimiet hoger instelt dan een obstakel in het
werkgebied en de RTH-hoogte-instelling.
10. Zorg ervoor dat je de aanwijzingen in DJI Pilot2 volgt om zo snel mogelijk
terug te keren naar de thuisbasis en te landen als je wordt gewaarschuwd
voor sterke wind of om een kompaskalibratie uit te voeren.
1. Zorg ervoor dat je een vluchtplan hebt en vlieg NIET roekeloos met de drone.
2. Respecteer de privacy van anderen wanneer je de camera gebruikt. Zorg
ervoor dat je voldoet aan de plaatselijke regelgeving en privacywetgeving.
3. Gebruik dit product NIET voor illegale of ongepaste doeleinden zoals spionage,
militaire operaties of ongeoorloofde onderzoeken.
4. Gebruik dit product NIET om anderen te belasteren, te misbruiken, lastig te
vallen, te stalken, te bedreigen of om op enigerlei andere wijze de rechten van
anderen te schenden zoals privacy- en publiciteitsrechten.
5. Begeef je niet op het privéterrein van anderen.
Vliegstanden
Neem de volgende regels in acht om botsingen, ernstig letsel en materiële
schade te voorkomen:
1. Schakel NIET van de N-stand op de S-stand of de F-stand over, tenzij je
voldoende vertrouwd bent met het gedrag dat de drone in elk van deze
twee vliegstanden vertoont. Je moet in DJI Pilot2 de instelling Meerdere
vliegstanden inschakelen voordat je van de N-stand naar andere standen
wisselt.
2. Vermijd vliegen in gebieden waarin het GNSS-signaal zwak is of in nauwe
en besloten ruimtes. Anders wordt de drone gedwongen om in de Attitude-
stand* te gaan, wat kan leiden tot mogelijke vluchtgevaren. Land de
drone zo snel mogelijk op een veilige plaats. Raadpleeg het gedeelte
Zichtsysteem en infrarooddetectiesysteem voor meer informatie over
binnenshuis vliegen.
3. Bij het schakelen van de GNSS naar het BeiDou-satellietpositioneringssysteem
in DJI Pilot2 gebruikt de drone slechts één positioneringssysteem en wordt
de satellietzoekfunctie slecht. Vlieg daarom voorzichtig.
* In de Attitude-stand zijn de zichtsystemen en sommige intelligentiefuncties
uitgeschakeld.. De drone kan zichzelf in deze stand niet positioneren of
automatisch remmen, met als gevolg dat deze gemakkelijk nadelig beïnvloed
wordt door zijn omgeving, wat kan resulteren in horizontaal schakelen. Gebruik
de afstandsbediening om de drone te bedienen en positioneren.
1. De N-stand verdient voor wat betreft de meeste vluchtscenario's de voorkeur.
Zorg ervoor dat u voldoende vertrouwd bent met het gedrag van de drone
onder elke vliegmodus voordat u overschakelt naar andere vliegmodi. Lees
ook de veiligheidsmeldingen in DJI Pilot2.
a. N-modus (Normaal): De drone gebruikt GNSS en een zichtsysteem om
zichzelf automatisch te stabiliseren. Het zicht- en infrarooddetectiesysteem
werkt goed en de drone kan actief remmen en obstakels vermijden.
b. S-stand (sport): De drone gebruikt GNSS en een zichtsysteem om zichzelf
automatisch te stabiliseren. De vliegsnelheid en de houding van de drone
worden verhoogd, om de manoeuvreerbaarheid van de drone te verbeteren.
De maximale vliegsnelheid van de drone wordt in deze stand verhoogd. De
drone kan in de S-stand niet actief remmen en obstakels vermijden.
c. F-modus (functie): De F-modus kan in DJI Pilot2 worden ingesteld op de