Algemene Veiligheid Voor Het Gebruik; Algemene Beschrijving; Besturings-, Regel- En Signaleringssystemen - Telwin ALASKA 200 START Bedienungsanleitung

NEDERLANDS
1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET GEBRUIK................................. 27
2. ALGEMENE BESCHRIJVING ............................................................... 27
3. BESTURINGS-, REGEL- EN SIGNALERINGSSYSTEMEN ................. 27
4. INSTALLATIE ......................................................................................... 28
5. WERKING TIJDENS OPLADEN ........................................................... 28

1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET GEBRUIK

- De niet ervaren personen moeten op een adequate
manier opgeleid worden voordat ze het toestel
gebruiken.
- Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteit, door personen zonder ervaring of de
benodigde kennis, mits deze onder toezicht staan of nadat
deze instructies hebben gekregen over een veilig gebruik van
het apparaat en over het begrip van de gevaren die met het
apparaat gepaard gaan.
- Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
- De reiniging en het onderhoud dat door de gebruiker moeten
worden uitgevoerd, mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen die niet onder toezicht staan.
terug op te laden.
diegene die aangeduid staat op de plaat met de gegevens van de
die speciaal voor dit doel bestemd is.
ervaring.
- OPGELET: DE VOEDINGSKABEL ALTIJD LOSKOPPELEN
VAN HET NET VOORDAT MEN GELIJK WELKE INGREEP VAN
GEWOON ONDERHOUD VAN DE BATTERIJLADER UITVOERT,
GEVAAR!
een aardegeleider zoals wordt voorgeschreven voor de toestellen
beschermende aardeaansluiting.
.................................. 27
..................................................... 27
......................................... 28
........................................................... 28
......................................................... 28
................................... 28
......................... 28
.......................................... 28
...................................... 28
INHOUD
6. WERKING BIJ HET STARTEN .............................................................. 28
.... 27
.. 27
7. BESCHERMINGEN VAN DE ACCULADER .......................................... 29
8. NUTTIGE RAADGEVNGEN .................................................................. 29
aangeduid op de plaat.

2. ALGEMENE BESCHRIJVING

2.1 AUTOMATISCHE ACCULADERS (TRONIC)

3. BESTURINGS-, REGEL- EN SIGNALERINGSSYSTEMEN

3.1 INDICATORLAMPJE LAADNIVEAU (AMPÈREMETER AFB. A)
worden gehouden om te bepalen wanneer de accu is opgeladen;
om aan te geven dat de maximale stroom wordt afgegeven.
3.2 DE LAADMODUS EN DE LAADSTROOM INSTELLEN (AFB. B)
het voertuig.
3.3 SIGNALERINGSLEDS (AFB. C)
modus wordt de led groen wanneer het opladen is voltooid.
- 27 -
................................................................................ 28
............................................... 28
................................................................... 28
................................................................................. 29
................................ 28