Montage; Inbedrijfstelling; Bediening - CMi C-B-RM-40 Originalbetriebsanleitung

Montage

Stuur monteren
Aanwijzing: Alle montagestappen
moeten aan beide kanten worden uit-
gevoerd.
► P. 4, punt 3
– Stuuronderdelen (3) in het apparaat ste-
ken en met schroeven (14) vastschroe-
ven.
– Stuur (2) op het stuuronderdeel (3) plaat-
sen en sluitschroeven (15) doorsteken.
– Knevelmoeren (16) plaatsen en vast-
draaien.
Inbedrijfstelling
Brandstof bijvullen
GEVAAR! Risico op letsels! Ben-
zine is zeer licht ontvlambaar!
Schakel de motor uit en laat hem
afkoelen vooraleer u gaat tanken.
Neem bij de omgang met brandstof-
fen absoluut alle veiligheidsinstruc-
ties in acht.
LET OP! Risico op schade aan het
toestel! Het toestel wordt zonder
motorolie geleverd.
Vul de motorolie absoluut bij voor de
inbedrijfstelling.
Aanwijzing: Gebruik enkel de
geschikte brandstoffen (► Gevaar
door trilling – p. 131).
► P. 4, punt 4
– Draai het tankdeksel (10) open en neem
het eraf.
– Vul de brandstof voorzichtig bij (inhoud
van de tank: ► Gevaar door trilling –
p. 131). Niet morsen!
– Draai het tankdeksel (10) met de hand
opnieuw vast.
Motorolie bijvullen
► P. 3, punt 2
– Draai de vulschroef voor de motorolie (8)
open en neem ze eraf.
– Vul de motorolie voorzichtig bij (inhoud
van de tank: ► Gevaar door trilling –
p. 131). Niet morsen!
► P. 6, punt 10
– Lees het oliepeil af op de meetlat aan de
onderzijde van de vulschroef voor de
motorolie.
– Het oliepeil moet zich tussen [A] en [B]
bevinden.
– Draai de vulschroef voor de motorolie (8)
met de hand opnieuw vast.
Opvangreservoir aanbrengen
► P. 5, punt 6
– Beschermingskap (4) optillen en vasthou-
den.
– Opvangreservoir (7) ophangen.
– Verzekeren dat het opvangreservoir veilig
is ingesloten.
Snedehoogte instellen
► P. 4, punt 5
– De snijhoogte kan op 5 niveaus worden
ingesteld (snijhoogtes: ► Gevaar door
trilling – p. 131).
– Hefboom (6) naar de zijkant trekken.

Bediening

Voor het starten controleren!
GEVAAR! Risico op letsels! Het
toestel mag uitsluitend in gebruik wor-
den genomen als er geen defecten
zijn gevonden. Als een onderdeel
defect is, moet dit beslist vóór het vol-
gende gebruik worden vervangen.
Controleer de veilige toestand van het toe-
stel:
– Controleer of er geen zichtbare defecten
zijn.
– Controleer of alle onderdelen van het toe-
stel stevig zijn ingebouwd.
Motor starten
GEVAAR! Risico op brand! Door
eventueel gemorste brandstof kan
het toestel vuur vatten.
Veeg gemorste brandstof absoluut
zorgvuldig af vooraleer u de motor
start.
Start het toestel ten minste negen
meter verwijderd van de tankplaats.
Aanwijzing: Raadpleeg de volgende
tabel in geval van problemen bij het
starten: ► Gevaar door trilling –
p. 131
► P. 3, punt 1
► P. 3, punt 2
– Inschakelbeugel (1) indrukken.
– De brandstofpomp (11) 3 keer licht
indrukken.
NL
135