Onderhoud; Snelheidssensor Controle - Urban Arrow Family Gebrauchsanweisung

8 . 2

Onderhoud

8 . 2 . 1 Snelheidssensor controle

Om de snelheidssensor te laten functioneren:
1 . De ruimte tussen de snelheidssensor 28 en de bijbehorende
snelheidssensormagneet 29 moet na een draai van het wiel
minstens 5 mm, maar niet meer dan 17 mm bedragen (zie
afbeelding 34 ).
Zie verderop in deze paragraaf voor informatie over de wijze
waarop de tussenruimte indien nodig kan worden aangepast.
2 . De snelheidssensor moet goed zijn aangesloten.
2
Neem contact op met uw Urban Arrow-dealer als de
snelheidssensor niet goed is aangesloten.
Afbeelding 34 : Afstand tussen de snelheidssensor en de magneet
van de snelheidssensor
Gebruikershandleiding
De snelheidsaanduiding op uw display zal niet lukken als de
snelheidssensor niet goed werkt. De tekst ' error 503 ' verschijnt op
het scherm van uw display.
2
Fietsen blijft mogelijk wanneer de snelheidssensor niet
werkt, maar er is geen trapondersteuning omdat de
elektrische aandrijving automatisch wordt uitgeschakeld in
deze foutmodus.
Het instellen van de ruimte tussen de magneet van de
snelheidssensor en de snelheidssensor gaat als volgt:
1 . Draai de schroef van de snelheidssensormagneet 30 los door
deze tegen de wijzers van de klok in te draaien.
2 . Plaats de magneet van de snelheidssensor 29 zodanig
dat deze op de juiste afstand (min. 5 mm, max. 17 mm, zie
afbeelding 34 ) langs de markering van de snelheidssensor
loopt.
3 . Bevestig de magneet van de snelheidssensor aan de spaak
door de schroef met de wijzers van de klok mee te draaien.
2
Als de snelheid nog steeds niet wordt aangegeven in de
snelheidsaanduiding, neem dan contact op met uw Urban
Arrow dealer.
NL
129