Probleemoplossing - Husqvarna 120i Bedienungsanweisung

4. Draai de knop rechtsom om de geleiderknop vast te
draaien. (Fig. 124)
5. Klap de knop in om de spanning vast te zetten. (Fig.
125)
Smering van de zaagketting
controleren
Controleer de smering van de zaagketting na elke drie
keer dat u de accu oplaadt.
1. Start het product en laat het draaien op driekwart
van het maximale toerental. Houd de geleider
ongeveer 20 cm (8 inch) boven een lichtgekleurd
oppervlak.
2. Als de zaagkettingen correct gesmeerd is, verschijnt
er na 1 minuut een duidelijke lijn olie op het
oppervlak. (Fig. 126)
3. Als de zaagketting niet correct is gesmeerd, voer
dan de volgende controles uit.
a) Controleer het oliekanaal in de geleider en zorg
dat het niet geblokkeerd is. Maak schoon indien
nodig. (Fig. 127)
b) Controleer het oliekanaal in de geleider en zorg
dat het schoon is. Maak schoon indien nodig.
(Fig. 128)
c) Controleer of het neuswiel van het zaagblad
soepel draait en of de smeeropening van het
tandwielpunt van de geleider open is. Maak
schoon en smeer indien nodig. (Fig. 129)
4. Als de zaagketting niet correct wordt gesmeerd
nadat u bovenstaande stappen hebt uitgevoerd,
neem dan contact op met uw servicedealer.
Onderhoud uitvoeren aan het
kettingaandrijfwiel
Het aandrijfsysteem heeft een aandrijfkettingwiel.
(Fig. 130)
Voer het volgende onderhoud uit aan het
kettingaandrijfwiel:
Probleemoplossingsschema
Tabel
Mogelijke foutcodes op het toetsenblok van het product.
1259 - 003 - 14.09.2020
1. Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijfwiel. Vervang het kettingaandrijfwiel
als er teveel slijtage optreedt.
2. Vervang het kettingaandrijfwiel telkens als u de
zaagketting vervangt.
Snijuitrusting controleren
1. Controleer op scheurtjes in klinknagels en schakels
en op losse schakels. Vervang indien nodig. (Fig.
131)
2. Controleer of de zaagketting eenvoudig te buigen is.
Vervang de zaagketting wanneer deze onbuigzaam
is.
3. Vergelijk de zaagketting met een nieuwe om te
bepalen of de klinknagels en schakels versleten zijn.
4. Vervang de zaagketting wanneer het langste deel
van de zaagtand kleiner dan 4 mm/0,16 inch is.
Vervang de zaagketting ook als er scheurtjes in de
zaagtanden zitten. (Fig. 132)
De geleider controleren
1. Controleer of het oliekanaal niet verstopt is. Reinig
indien nodig. (Fig. 127)
2. Controleer de randen van de geleider op bramen.
Verwijder bramen met een vijl. (Fig. 133)
3. Reinig de groef in het zaagblad. (Fig. 128)
4. Controleer de geleidergroef op slijtage. Vervang het
zaagblad indien nodig. (Fig. 134)
5. Controleer de punt van de geleider op ruwheid en
overmatige slijtage. (Fig. 135)
6. Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel
draait en of de smeeropening in het neuswiel van het
zaagblad open is. Maak schoon en smeer indien
nodig. (Fig. 129)
7. Draai de geleider dagelijks om de levensduur te
verlengen. (Fig. 136)

Probleemoplossing

195