techem vario 4.1.3 Betriebsanleitung Seite 80

Montage op volumemeeteenheid tot 100 m³/h
• Alleen toegestaan tussen 15 °C en 90 °C mediumtemperatuur.
• Bij mediumtemperaturen boven 90 °C of onder 15 °C moet het rekenwerk op afstand
worden gemonteerd.
Wandmontage, optioneel met bevestigingsset (artikelnr.: 130026) 
1 Kies een droge, gemakkelijk toegankelijke plaats.
Let op de lengte van de kabels aan het rekenwerk.
2
Monteer het rekenwerk met het bevestigingsmateriaal aan de muur.
3
Montage van de temperatuursensoren
• De stroomsnelheid moet bij beide temperatuursensoren gelijkaardig zijn.
• Het temperatuursensor-type (Pt 500) moet overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje van het rekenwerk.
• De aansluitingsleidingen van de temperatuursensor moeten zo kort mogelijk zijn. Wikkel
de niet benodigde kabellengte in de buurt van het rekenwerk op en zet die vast. De
kabels samen in kabelgoten e.d. leggen is niet toegestaan. De minimale afstand voor
laagspanningsleidingen conform EN1434-6 van 5 cm moet worden aangehouden.
• Voorhanden zijnde temperatuursensoren kunnen door goedgekeurde 2- en 4-geleider-
-sensorparen worden vervangen.
Instructies voor de montage van het 2-geleider-temperatuursensorpaar
(bouwwijze PS)
!
De kabels van de 2-geleider-temperatuursensorparen mogen niet worden inge-
kort of verlengd. Deze temperatuursensoren mogen alleen worden ingebouwd
zoals ze geleverd zijn.
• Bij warmtemeters tot qp 6 m³/h kunnen temperatuursensoren in speciale kogelkranen
of voor deze type vrijgegeven dompelhulzen worden gemonteerd. Nationale richtlijnen
dienen in acht te worden genomen.
• Voor het creëren van een symmetrische sensor-inbouwsituatie is het mogelijk om de af
fabriek in de volumemeeteenheid geïnstalleerde sensor op een andere meetlocatie te
installeren. De open plek op de volumemeeteenheid wordt dan met afsluitdoppen
(artikelnr.: 130030) afgesloten.
• De maximale kabellengte van de 2-geleider-temperatuursensor Pt 500 is 10 m.
• De sensor in de warmere streng (T
sensor in de koudere streng (T
meter afwijkend). Bruggen zijn niet noodzakelijk. 
Sensormontage met directe onderdompeling in speciale kogelkraan 
De inbouwpositie van de sensor drukvrij maken.
1
2 Afsluitplug uit de speciale kogelkraan schroeven.
3 Bijgevoegde O-ring op de montagepin plaatsen. Slechts één O-ring gebruiken.
Bij een vervanging van de sensor moet de oude O-ring door een nieuwe worden
vervangen.
4 O-ring met de montagepin draaiend in de boring van de afsluitplug schuiven.
5 O-ring met het andere uiteinde van de montagepin definitief positioneren.
6 Montagepin over de temperatuursensor plaatsen.
80
) wordt op de klemmen 5 en 6 aangesloten, de
VL
) op de klemmen 7 en 8 (let op: aansluitingen bij koude-
RL
8
4
11