Apparaat bewegen
Beweeg het apparaat naar links en rechts over de
muur. Wanneer de maximale weergave verschijnt,
plaatst u een markering.
Tip 1: Tussen beide markeringen in ligt het midden van het
metalen object. Door de hoge meetgevoeligheid verschijnen
dikke metaalobjecten breder dan deze in werkelijkheid zijn.
Door een hernieuwde kalibrering (PRESS CAL) kunt u de ge-
voelig heid verminderen en opnieuw met de meting dichter bij
het metalen object beginnen. Herhaal deze stap indien nodig.
Alternatief kunt u de meetdiepte verminderen (SET-toets).
Tip 2: De uitgangspositie is belangrijk: plaats het apparaat
op een punt waarachter zich géén metaal bevindt. In het
andere geval wordt een fout weergeven (ERROR). Storingen
verhelpen: beweeg het apparaat een paar centimeter van de
actuele positie weg en begin opnieuw met de meting.
Tip 3: De maximale weergave brandt niet, hoewel het
LC-display actief is. Zodra de sterkste weergave verschijnt,
bevindt zich het apparaat in de buurt van metaal. Breng
op dit punt een markering aan. Alternatief kunt u de
meetdiepte verhogen (SET-toets).
Tip 4: Bij veeleisende toepassingen, bijv. bij geribbeld staal,
tast u het oppervlak zowel horizontal als verticaal af.
5
STUD-SCAN-meting
Elektronische herkenning van wand- en dwars balken in
de droogbouw (gipsvezelplaten, houtpanelen of andere
niet-metalen bekistingen). Met de SET-toets (3) kunt u de
meetdiepte instellen.
– Selecteer STUD-SCAN (toets 4), Standaardinstelling. Deze
instelling is optimaal geschikt voor enkelvoudig gelegde
gipsvezelplaten (max. 1 cm).
– Selecteer "Deep" (SET-toets) voor dubbel gelegde
gipsvezelplaten (max. 2 cm).
18
NL
Vervolgens begint u vanaf
de andere zijde te zoeken.