Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aanvullend Toebehoren; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde); Installatie Van De Temperatuursensor Op Buffervat - Bosch ME 200 Installationsanleitung Für Den Fachmann

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für ME 200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Technische gegevens
Meetbereik buitentemperatuursensor T1
• Onderste foutgrens
• Weergavebereik
• Bovenste foutgrens
Meetbereik rookgastemperatuursensor TF1 0 ... 300 °C
Toegest. omgevingstemp.
Beschermingsklasse
Veiligheidsklasse
Identificatienummer
Temperatuur van de kogeldruktest
Mate van vervuiling
Tabel 71
2.7

Aanvullend toebehoren

Exacte informatie over geschikt toebehoren is opgenomen in de catalo-
gus of de internetpagina van de fabrikant.
• Bedieningseenheid C 400/C 800: weersafhankelijke regelaar met
buitentemperatuursensor; aansluiting op BUS; aansluiting buiten-
temperatuursensor bijvoorkeur op conventionele warmteproducent,
allen bij autonome alternatieve warmteproducent op aansluiting T1.
• Aanvoer- en retourtemperatuursensor; aansluiting op TA1, TB4 en
TR1, TR2
• Rookgastemperatuursensor; aansluiting TF1
• Pomp retour; aansluiting op PR1
• Boilertemperatuursensor; aansluiting op TB1, TB2, TB3
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en de meegeleverde handleidingen.
2.8
Reiniging
▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon wrijven. Ge-
bruik daarbij geen scherpe of bijtende reinigingsmiddelen.
3
Installatie
GEVAAR:
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmtebron en alle andere BUS-
deelnemers over alle polen losmaken van de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan ( afb. 18 aan het
einde van het document).
3.1
Installatie
▶ Installeer de module op een wand ( afb. 3 tot afb. 5, aan einde van
het document), op een DIN-rail ( afb. 6), of in een module.
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. 7
aan einde van het document.
3.2

Installatie van de temperatuursensor op buffervat

Positioneer bij bivalente buffervaten met warmwaterbereiding in het bo-
venste deel van het buffervat de bovenste buffervattemperatuursensor
TB1 zodanig, dat er geen invloed door de warmwaterverwarming op-
treedt. TB1 mag bij circa 50-70 % van de hoogt tussen cv-aanvoer (
en cv-retour (
) liggen. Positioneer de warmwatertemperatuursensor
4
TW1 ver naar boven, om invloed door de retour (
Afb. 20 aan het einde van het document toont als voorbeeld het
buffervat type B...-6.
ME 200 – 6720884576 (2019/08)
• < – 35 °C
– 30 ... 50 °C
• > 125 °C
0 ... 60 °C
IP 44
I
Typeplaat ( afb. 19 aan einde
van het document)
75 °C
2
)
3
, 
) te voorkomen.
4
5
Positioneer bij monovalente buffervaten de bovenste buffervattempera-
tuursensor TB1 zodanig, dat het gewenste comfort bij plotselinge warm-
tevraag wordt bereikt. Wij adviseren TB1 bij circa 60-80 % van de hoogte
van het buffervat te monteren, omdat het volume boven de sensor als
warmtebuffer dient.
Bij een alternatieve warmteproducent met stuursignaalingang is de
aansluiting van TB1 (inschakel- en modulatiesensor) en TB3
(uitschakelsensor) verplicht. De sensor TB2 wordt optioneel geïnstalleerd,
om informatie over het niveau van het buffervat te leveren en heeft geen in-
vloed op de regeling.
Legenda bij afb. 20 aan het einde van het document:
TB1 Buffervattemperatuursensor boven (inschakel- en modulatiesen-
sor alternatieve warmteproducent en blokkeersensor conventio-
nele warmteproducent)
TB2 Buffervattemperatuursensor midden
(informatie niveau buffervat)
TB3 Buffervattemperatuursensor onder
(uitschakelsensor alternatieve warmteproducent)
TW1 Temperatuursensor warm water conventionele warmteproducent
Aanvoer warm water
1
Aanvoer warmtebron
2
Aanvoer verwarming
3
Retour verwarming
4
Retour warm water
5
Retourleiding warmtebron
6
3.3

Elektrische aansluiting

▶ Gebruik rekening houdend met de geldende voorschriften voor de
aansluiting minimaal elektrische kabel model H05 VV-....
3.3.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbinding tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-systeem een ring-
structuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
geleiderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
geleiderdiameter
BUS-verbinding ME 200 – bedieningseenheid – andere module
▶ Gebruik bij verschillende geleiderdiameters een verdeeldoos voor de
aansluiting van de BUS-deelnemers.
▶ BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in ster ( afb. 16, aan ein-
de document, handleiding van de bedieningseenheid en andere mo-
dule respecteren).
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende geleiderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
Installatie
2
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
51

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

7738110137

Inhaltsverzeichnis