Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gebruikersinterface; Gebruikersterminal; Algemene Functies Van De Toetsen; Beheer Van De Leds Van De Toetsen - Mitsubishi Electric MULTIDENSITY 009 Installations, Bedienungs Und Wartungsanleitungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 30
MULTIDENSITY
4.3

GEBRUIKERSINTERFACE

4.3.1

GEBRUIKERSTERMINAL

De gebruikersinterface bestaat uit:
LCD-display van 132x64 pixels met achtergrondverlichting
6 toetsen met achtergrondverlichting.
De verbinding tussen de microprocessorkaart en de gebruikersinterface vindt plaats door
middel van een 4-polige telefoonkabel met RJ11 stekker.
De terminal wordt rechtstreeks via bovengenoemde kabel door de besturingskaart van
stroom voorzien.
4.3.2

ALGEMENE FUNCTIES VAN DE TOETSEN

Sleutel
Naam
[ALARM]
[PRG]
[ESC]
[UP]
[DOWN]
[ENTER]
Met toetsencombinaties is het mogelijk om specifieke functies te activeren.
Toetsen
Naam
[ALARM
+ PRG +
UP]
+
+
[ALARM
+ PRG +
DOWN]
+
+
[ALARM
+ ESC]
+
[UP +
ENTER +
DOWN]
+
+
[ALARM
+ UP]
+
4.3.3

BEHEER VAN DE LEDS VAN DE TOETSEN

De leds van de toetsen gaan branden in de volgende gevallen.
Sleutel
Naam
[ALARM]
[PRG]
[ESC]
UM_MULTIDENSITY_00_Z_09_20_ML
Beschrijving
Geeft de alarmen weer en herstelt de
normale toestand.
Hiermee is toegang tot het hoofdmenu
mogelijk.
Hiermee is het mogelijk om, als u zich in
de aanhefschermen bevindt, één niveau
in de boom van de schermen terug te
gaan of om naar het hoofdscherm terug
te gaan.
Hiermee is het mogelijk om in de
schermen te surfen en de waarden van
de besturingsparameters in te stellen.
Hiermee is het mogelijk om de
ingestelde gegevens te bevestigen.
Beschrijving
Hiermee kan het displaycontrast
verhoogd of verlaagd worden.
Hiermee kan het displaycontrast
verhoogd of verlaagd worden.
Als het toetsenbord gedeeld is, is het
hiermee mogelijk om de weergave van
de schermen en de parameters te
switchen tussen de units die in LAN
verbonden zijn.
Als deze toets 5 seconden lang
ingedrukt gehouden wordt is het hiermee
mogelijk om het LAN adres van de
gebruikersterminal in te stellen.
Als de gebruikersterminal geadresseerd
is op 0, is het hiermee mogelijk om het
LAN adres van de besturingskaart te
configureren.
Beschrijving
Continu in geval van alarm en
knipperend in geval van signalering.
Zodra de [ALARM] toets ingedrukt wordt
blijft de led constant branden.
Als er geen alarmen / signaleringen
actief zijn is de led uit.
Als de unit aan is (ventilatie ON).
Bij het aanzetten van de unit als er op
een willekeurige toets wordt gedrukt of
als er een alarm / signalering actief is.
5

INBEDRIJFSTELLING

5.1

INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT

De eerste inbedrijfstelling mag uitsluitend worden uitgevoerd door ervaren en bevoegd
personeel.
De gespecialiseerde technicus test de installatie waarbij hij de controles, de instellingen en
de eerste inbedrijfstelling verricht op basis van de procedures en competenties die onder
zijn bevoegdheid vallen.
De vakbekwame bediener moet vragen aan de gespecialiseerde technicus stellen om
gedegen kennis te verwerven om de controle- en gebruiksactiviteiten te vervullen die onder
zijn bevoegdheid vallen.
5.2
INBEDRIJFSTELLING
Meet de ingangsstroom om u ervan te verzekeren dat deze compatibel is met de maximale
nominale stroom aangegeven op het elektrische schema van de unit. Verwijs naar de lijst
van de controles bij de start (servicetechnicus).
6

WIJZE VAN GEBRUIK

6.1
VOORSCHRIFTEN EN WAARSCHUWINGEN VOOR
GEBRUIK
Bij dagelijks gebruik van de installatie is de aanwezigheid van de bediener niet vereist: hij
hoeft alleen in actie te komen om periodieke controles verrichten, in geval van nood en om
de inbedrijfstellings- en voorziene stopfases te laten plaatsvinden.
Indien deze handelingen regelmatig en constant uitgevoerd worden is het mogelijk om
duurzame gunstige prestaties van het apparaat en de installatie te bereiken.
INFORMATIE
De niet-naleving van de procedures kan leiden tot een onjuiste
werking van het apparaat en het systeem in zijn geheel, met een
daardoor veroorzaakte vroegtijdige verslechtering
6.2

BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

Hieronder worden de diverse bedieningselementen, de beschrijving en functie ervan
vermeld. Deze bedieningselementen bevinden zich op het frontpaneel
DISPLAY MICROPROCESSOR
Microprocessor: bestuurt het werkingsproces waarbij het mogelijk is om de parameters in te
stellen en de werkingsomstandigheden te monitoren.
Voor de werkingsdetails van het apparaat en de interfaces is de gebruikershandleiding
beschikbaar.
6.3

NOODSTOP

Rekening houdend met het feit dat er in het apparaat geen bewegende organen zijn die
rechtstreeks toegankelijk zijn is het niet nodig om een noodstopinrichting te installeren.
In ieder geval vermindert een dergelijke inrichting, indien deze is geïnstalleerd, het risico
niet gezien het feit dat de tijd om de noodstop te verkrijgen exact hetzelfde is als een
normale stopzetting die verkregen wordt met de hoofdschakelaare.
6.4

LANGDURIGE INACTIVITEIT VAN HET APPARAAT

Indien het apparaat lange tijd buiten bedrijf moet blijven (bijvoorbeeld seizoensgebonden
stilstand) moet de gespecialiseerde technicus de volgende handelingen verrichten:
dichtheidstest van het systeem
openen van de netscheider
6.5

INBEDRIJFSTELLING NA LANGDURIGE INACTIVITEIT

Alvorens het apparaat in bedrijf te stellen moeten alle onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
worden.
De operator moet ook tijdens de start van de unit geschikte controles verrichten.
70
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands
Gaat uit na 3 minuten absolute
inactiviteit van het toetsenbord van de
[UP]
gebruikersterminal.
[ENTER]
[DOWN]

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Multidensity 015Multidensity 025

Inhaltsverzeichnis