SPORTSTECH CX625 Benutzerhandbuch Seite 93

Lichaamsvetprogramma: Lichaamsvet
Programma 24 is een speciaal programma om het lichaamsvetpercentage van de gebruiker te
berekenen. Er worden drie lichaamstypes onderscheiden
Type 1: Lichaamsvetpercentage > 27
Type 2: Lichaamsvetpercentage 27 > % > 20
Type 3: Lichaamsvetpercentage < 20
De computer geeft de resultaten in procenten weer.
Werking:
1. Gebruik de UP- of DOWN-knop om programma 24 te starten.
2. Bevestig je selectie met ENTER.
3. De lengte knippert kort. Gebruik de UP- en DOWN-knop om je lengte in te voeren en druk
vervolgens op ENTER om de selectie te bevestigen. De standaard lengte is 170 cm.
4. Het gewicht knippert kort: Gebruik de UP- en DOWN-knop om je gewicht in te geven, druk
vervolgens op ENTER om de selectie te bevestigen. De standaardwaarde is 70 kg.
5. Het geslacht knippert kort: Gebruik de UP- of DOWN-knop om je geslacht te selecteren.
Nummer 1 staat voor man en nummer 0 staat voor vrouw. De standaardwaarde is 1 (man).
6. De leeftijd knippert kort. Gebruik de UP- en DOWN-knop om je leeftijd in te geven en druk
vervolgens op ENTER om de selectie te bevestigen. De standaardwaarde is 35.
7. Druk vervolgens op START/STOP om met je lichaamsvetmeting te beginnen. Als het scherm
een "E" weergeeft, zorg er dan voor dat je je handen stevig op de vaste steun plaatst of
dat je de borstband correct om hebt. Druk vervolgens op START/STOP om opnieuw met je
lichaamsvetmeting te beginnen.
8. Nadat je de meting hebt voltooid, geeft de computer je lichaamsvetpercentage op het scherm
weer.
9. Druk vervolgens op START/STOP om met je normale training te beginnen.
184
WERKING
1. Slaapstand:
De computer gaat na vier minuten in de slaapstand als er niets wordt ingevoerd. Druk vervolgens
ergens op het scherm om het opnieuw te activeren.
2. Foutmeldingen:
E1 (ERROR 1):
Normale status: Deze fout verschijnt als het scherm langer dan vier seconden geen signaal van de
motor heeft ontvangen.
Met stroomvoorziening: De motor stopt automatisch als het signaal niet naar de computer wordt
doorgestuurd.
Alle andere functies en signalen worden gedeactiveerd.
E2 (ERROR 2):
Als er een fout optreedt tijdens het lezen van het geheugen of als de ID-code niet correct is, krijgt de
gebruiker de foutmelding E2.
E3 (ERROR 3):
Als de computer vier seconden na het opstarten nog steeds een fout detecteert in de verbinding met
de motor, wordt fout E3 weergegeven.
185
NL