Inbedrijfstelling - Kessel EasyClean free Einbau- Und Betriebsanleitung

5

Inbedrijfstelling

Voorbereiding van de inbedrijfstelling
Eventueel een watervoorziening maken.
De afscheider met koud water tot het rustniveau vullen (tot de hoogte van de uitloop) als dit nog niet is gebeurd.
Algemene inspectie laten uitvoeren (bij de eerste inbedrijfstelling, daarna elke vijf jaar).
Besturingskast inschakelen
Stroomvoorziening tot stand brengen.
Hoofdschakelaar in de positie "ON" zetten.
✓ De besturingskast start automatisch.
Initialisatie van de besturingskast
De hoofdschakelaar in- en weer uitschakelen.
✓ De besturingskast start.
✓ De leds gaan één voor één kort aan. De stroomled blijft
branden.
Als behalve de stroomled geen andere leds branden of
knipperen, werkt de besturingskast normaal en kan met
de inbedrijfstelling worden verdergegaan.
Controleren of bij de DIP-schakelaars de nominale
grootte van de installatie correct is ingesteld. Vergelijk
hiervoor de op het typeplaatje afgedrukte waarde (NG)
met de afbeelding hiernaast.
Werking van het elektrische toebehoor controleren.
Functiecontrole uitvoeren, zie hieronder.
5.1 Functiecontrole
Functiecontrole Schredder-mix-pomp
Zorgen dat de afsluiter van de pomp zich in de geopende stand bevindt (volledig uitgetrokken en vergrendeld).
Eventueel de hoofdschakelaar op de besturingskast in de stand "ON" zetten.
✓ De besturingskast start.
Controleren of er foutmeldingen worden getoond.
De pomp in handbediening starten en op het volgende letten:
De pomp loopt zonder storingsgeluiden en onderbrekingen.
De looprichting van de pomp (pijl op de pomp).
✓ Als er zich geen problemen voordoen, is de installatie gereed voor de inbedrijfstelling en/of de algemene inspectie. Als
er zich problemen voordoen, moeten de instructies in het hoofdstuk Onderhoud (zie "Onderhoud", pagina 84) worden
opgevolgd.
Dichtheid van de buisaansluitingen
Voor de inbedrijfstelling moeten alle aansluitingen op de inbouwlocatie een lektest ondergaan. De voorgemonteerde aanslui-
tingen zijn in de fabriek op dichtheid gecontroleerd en hoeven alleen opnieuw te worden getest als de aansluitingen werden
gedemonteerd (bijvoorbeeld om het plaatsen te vergemakkelijken).
82 / 112
(1) Stroom (groene led)
(2) Alarm (rode led)
(3) Handbedie-
ning (oranje led)
(4) Alarmtoets
(5) Handbedieningstoets
016-189_01